Het verrassendste aan De Mol? Hoe verrast kandidaten nog steeds zijn wanneer een gsm rinkelt en wanneer dat dan Gilles blijkt te zijn met info voor een opdracht. Wat had je dan gedacht, Uma? Dat jullie een hele dag door de bergen zouden tuffen zonder aanwijzing of doel? ‘Lohisch, we moeten wider geweune rondrieën tut de nafte up is.’ Nee, natuurlijk is dat niet de opdracht, Uma! De opdracht is veel gecompliceerder dan dat. Zorgvuldig uitgedacht, zoals steeds. Wat dan precies? Wel, euh… Twee vrouwen worden aan de ketting gelegd en moeten de hele dag afwassen. Laat ons eerlijk zijn: die tralala van emancipatie was toch al veel te ver gevorderd. Terug in jullie kot.
Ondertussen weten de andere kandidaten op het plein niet goed wat er gebeurt. En dat gebeurt dan nog eens acht keer naeen. Sven heeft het al opgegeven toen Gilles een tweede keer hoestte, Anke vindt het hele tijdlusgedoe vooral onprettig voor de fietskoerier: ‘Mannekes, die valt toch altijd hard.’ Ze moest eens weten wat er haar dan nog te wachten staat. Niet zelden ook moeten Sven en Anke op de crime scene (het kerkplein) op zoek naar Yens. Even maar verlies je hem uit het oog, of hij is alweer perfect opgegaan tussen de toeristen. Yens’ garderobe bestaat dan ook uitsluitend uit toeristenkledij. Petje. Shortje. Openhangend jasje met te veel motief (of toch alleszins gemotiveerder dan Sven deze opdracht). Of Yens ook handen blijkt te hebben, komen wij pas een dag later te weten, wanneer hij ze voor het eerst uit zijn zakken haalt. Ik hoop alleszins dat hij voor proef twee van de aflevering een klassevollere outfit zal uitgekozen hebben. We zullen zien.
Yens heeft geen klassevollere outfit uitgekozen voor proef twee van de aflevering. Net wanneer je denkt dat de ondergrens bereikt is, blijken er bananenpakken te bestaan. In deze proef mogen de kandidaten een groep slaven verzinnebeelden die – op de schaarse momenten dat ze uit hun kooi mogen – naar bananen moeten lopen en op het einde nog blij moeten zijn dat ze er van Gilles eentje mogen opeten. Wat wel vriendelijk is van master Gilles is dat ze het lekkere gele vruchtvlees mogen verorberen (‘niet schrokken, jullie krijgen er maar eentje!’) en niet enkel de anus van de duivel, bij ons voornamelijk gekend als ‘het tsjoepke’.
Gelukkig wordt de slavernijmetafoor niet tot in het oneindige doorgetrokken, denk je dan. Stel je voor dat de kandidaten nog allemaal gebrandmerkt zouden worden. Hahaha. Ik mag er niet aan denken. Stel je voor dat er een soort herkenbaar logo in hun vlees gekerfd zou worden. Haha. Een teken dat tot de dag van hun dood zou herinneren aan hun dagen op de plantage. Hah. Een grijnzend aandenken aan de duivelsvrucht die ze tegen het karige loon van 1.000 en nog wat euro moesten verzamelen…
‘Vrienden… Een tattooshop.’
Bij de volgende proef mogen de kandidaten dan als verzetje weer eens hun dood tegemoet springen – of toch minstens een zware blessure. Ziedaar de reden waarom ik nooit heb overwogen mij in te schrijven voor dit spel. Als ik al zou springen, ik greep dat touw met béide handen vast. Twee elleboogbreuken zou ik maar een kleine kost vinden voor het gevoel toch iets in de hand te hebben. Als ik nog iets zou voelen, natuurlijk, met alle zenuwbanen doorgescheurd. Want ja, weer slaat de pech toe in dit jubileumseizoen van De Mol. Anke moet het spel verlaten na een elleboogbreuk. Ik wil niet opperen dat elke proef in De Mol een eendjesvisproef moet zijn, maar tegelijk wil ik het wel als een valide optie naar voren schuiven. Tenslotte was er al een proef met de ‘floche’ pakken in het waterpretpark, dan is de kermis toch niet meer zo veraf?
Wat extra mooi is, is de lof die Anke toegezwaaid krijgt. Wiskundig neemt zij nu de koppositie over in de lijst van kandidaten die er het hardst voor gingen in het spel. Na zorgvuldige berekeningen (niet-euclidisch) komt Uma immers tot de slotsom (slotpercentering?) dat Anke er steeds 200, nay, 1000% voor ging tijdens de proeven. Straffe cijfers!
Eén vraag blijft daardoor maar door mijn hoofd spoken. Was ik er tijdens de Ten Miles van afgelopen zondag niet voor een ‘matige’ 100% voor gegaan, maar wel voor de volle 1000%, had ik dan alsnog een negatieve tijd kunnen lopen? Of snel, nog een vraag: had ik toch een extra banaan moeten eten voor de start? Anke had het antwoord al maanden klaar: