De Mol S10E08: Het is góed geweest

Kort dan. Een kort stukje om de lange liveshow te counteren. Een blogje zonder al te veel glitter, om net dezelfde reden.

Het zal u misschien verbazen, maar ik heb over weinig dingen een uitgesproken mening, of een mening tout court. Wie de mol is, bijvoorbeeld. Het kan me geen ene moer schelen. Ik kijk naar De Mol zoals mijn oma naar koers op tv. Voor de schone landschappen. Niet zelden is de reis belangrijker dan de bestemming.

En dan zeker als die bestemming een liveshow blijkt te zijn, waar Yens als enige lijkt te beseffen dat dit wel een kwade nachtmerrie moet wezen. Scheurtjes in het kernreactorvat van Tihange 2 of Doel 3? Wat maakt het nog uit, eens wij als mensheid een manier vinden om de nerveuze energie te oogsten die van Yens afstraalt. De angst in ’s mans ogen wanneer hij zich in die koortsdroom eerst uit een dwangbuis dient te bevrijden en vervolgens merkt dat hij door een doppelganger geschaduwd wordt op het podium…

Slechts met moeite weet hij zich kalm genoeg te krijgen om te zien dat die dubbelganger Uma is, die toevallig in dezelfde clownskoffer is gedoken als die waaruit Yens zelf zijn roze ensembletje heeft opgeduikeld. Al is ensemble een verkeerd woord. De kledingstukken waaruit het is opgebouwd zouden zich bij wet nimmer in dezelfde ruimte mogen bevinden.

Nee, dan is Sven nog de meest normale. Zoals het een nette heer betaamt, heeft hij een opvallend onopvallend pak aangetrokken. Maar gloort daar Aalst al door de kieren van zijn kostuum? Jawel! Sven verneemt dat hij de winnaar is en besluit om als tweede reactie een sirene na te doen. De 11.000 echte fans die 25 echte euro’s hebben betaald om hierbij te kunnen zijn, gaan uit hun dak. Sven toch! Dat enthousiast geloei was geheid vijf euro waard. Straks nog op de foto met de vierde afvaller van het vijfde of zesde seizoen en zij keren tevreden huiswaarts.

Versta me niet verkeerd. Ook dit seizoen van De Mol was een pareltje, dat spijtig genoeg door complotdenkers tot in den treure is aangevallen. (Ik kijk naar jou, M. V. uit de facebookgroep, die nog altijd volhoudt dat Uma vanaf dag één de mol was en dat die hele exit van Philippe in scène is gezet, “want op T.V. kan alles”.) En ach, die liveshow… Een kniesoor die daar om maalt.

Zonder spijt schrijf ik dan ook:

Het is goed geweest.

Lees dat nog eens, en nu minder negatief:

Het is góed geweest.

Ik hou er hier mee op. Bedankt aan wie dit blogje heeft gevolgd, bedankt voor de complimenten en de aansporing wanneer ik er dreigde mee op te houden. Het heeft een roestige motor iets langer aan de praat gehouden. Maar nu is het welletjes. Volgende week kijk ik zonder schrijfdruk, rustig in de zetel. Hopend op wat mooie landschappen.

Tot de volgende

Tim

De Mol S10E07: Subtiel met de tepeltjes spelen in een eeuwige tijdslus

Het heeft niet veel gescheeld of de kandidaten van De Mol zaten vast in een eindeloze tijdslus. Was die van vorige aflevering nog een mak voorproefje, dan was het nu bijna écht van dat. En voor u begint te lachen: nee, een beetje subtiel met de tepeltjes spelen had in dat geval geen redding kunnen brengen, hoe vaak Yens dat ook als oplossing voor alle problemen naar voor blijft schuiven. Verslag van een dag uit het limbo.

In eerste instantie leek er niets aan de hand. De lucht was blauw, de eilanden Canarisch. Uma en Yens gingen op (bergachtig) pad voor een tocht naar een licht vochtige grot – een aanbod dat Yens nooit eerder had afgeslagen en vandaag zou daar geen verandering in brengen. Uma en Yens konden naar hun geld fluiten en het net daardoor verdienen. Simpel, zoals elke opdracht in De Mol. Yens geniet onderweg van de prachtige vergezichten, Uma verbaast zich over de prachtige flora, Yens stelt voor om een konijn te slachten. Tot daar niks noemenswaardigs.

Maar ergens tussen het willen melken van een hond en het melk willen offeren in een wit pannetje van twee keer niks, moeten ze daar een of andere opper-Guanch kwaad hebben gemaakt. Iets wat later nog lelijk in hun gezicht zou terugkeren, een beetje zoals tentstokken in dat van Manu.

We springen – al dan niet met houten stok – vooruit naar de tweede proef. In die tweede opdracht was net het correct naar de knoppen gaan dat ervoor kon zorgen dat er 5.000 euro verdiend werd. Uiteraard drukte Manu op geen enkele van haar drie knoppen en ging de opdracht naar de knoppen.

Maar dan. Doordat die opdracht naar de knoppen ging, konden ze naar hun geld fluiten en POEF, plots stond de groep weer in de Gomerrese bergen, klaar voor een offertocht naar de grot van Grote Guanch. Waarop Yens uiteraard weer ergens een verkeerd pannetje meegriste, wat subtiel met de tepeltjes zat te spelen en de dag zich weer naar de volgende proef sleepte. Bij het kamp opzetten steekt Manu weer een stok in haar oog, bij de proef in het gebouw met de boogschutters begint Sven weer te wenen wanneer de akelige meneer in zijn oortje fluistert “Wat een prachtig gezin heb je.” “Dank u”, murmelt hij tussen de tranen door. Manu, die het gebouw nu onderhand zou moeten kennen, vindt alweer geen enkele drukknop, hoe vaak de andere kandidaten ook zeggen dat ze haar blinddoek echt wel mag afzetten. Wat maken spelregels uit als je vastzit in een tijdslus, nietwaar? Maar ja, je krijgt niets uitgelegd aan Manu – Sven weet zelfs dat ze niet eens haar haar kan kammen! Wat zou je dan moeilijke spelregels kunnen overbrengen…

Dus, ze kunnen weer naar hun geld fluiten en POEF. Ze staan weer aan het begin van hun wandeling. Yens haast zich naar de geit, ritst in zijn enthousiasme zijn broek al open, tot hij beseft dat hij hier enkel is om wat subtiel met de tepeltjes te spelen natuurlijk. Het is wiskundig niet mogelijk, maar hij slaagt er nadien nogmaals in om een verkeerd pannetje te kiezen, ook al waren er maar drie en staan ze hier intussen voor de derde keer. Voor de derde keer ook verzwikt hij een voet bij een herderssprong.

Bij de proef in het gebouw met de knoppen zakt de moed hen in de schoenen. Net dachten ze alle vijf knoppen ingedrukt te hebben, of ze zien Manu geblinddoekt op haar stappen terugkeren en als een telegeleide raket alle knoppen gaan ‘ontdrukken’. Daarbij kunstig Sven ontwijkend die in de eerste kamer nog staat te wenen omdat de meneer weer gezegd heeft dat hij een prachtig gezin heeft.

Op het dak barst Uma in tranen uit. “Hoe geraken wij in godsnaam uit deze lus! Raken wij dan nooit meer van Gilles verlost?!” Yens troost haar. “Maar Umaatje toch. Neem mijn zonnebril en bekijk de dingen eens vanuit mijn perspectief.” Uma gehoorzaamt. Door de melancholische glazen kijkt ze naar de hemel. “Maar die wolken? Wat is er met die wolken?” Uma ziet puntjes en letters.  “Kijk! In de wolken staat iets geschreven!” Het is – zoals te verwachten viel – een nog verder aan te vullen slogan van Bond zonder Naam. Sven komt de trap opgestapt, voegt zich bij het gezelschap. Hij volgt Uma’s vinger, kijkt naar wat daar in de wolken prijkt. Haalt zijn copywriterkrachten nog eenmaal boven. “Ziej gie wat doar stoat?”, vraagt Uma. “Simpel”, zegt Sven. “Met alle Guanchezen, maar niet met den dezen.”

De tijdslus is doorbroken. Zo snel als zij kunnen haasten zij zich van Gilles weg en gaan plezantere dingen doen dan bij hem vertoeven. Ze zien een schoolbord staan en beginnen er met hun vingernagels op te krassen. Yens kauwt intussen op piepschuim. Het smaakt als het heerlijkste maal na al die uren met Gilles.