De Mol: S10E02: Voor discussie vatbaar voer

“Gerecht is klaar! Gerecht is klaar!!”, roept Sven, terwijl hij een gore soep op de geïmproviseerde toog banjert. Het had eigenlijk een dip moeten zijn – wel, er valt iets voor te zeggen. “Dit ís een dip, Lanzarotiaanse foodblogger. In onze kookkunsten. Een dipje ook wat geld binnenrijven betreft. Normaliter zijn wij een geoliede machine. Normaal kent iedereen zijn taak: Toon snijdt de kaneelstokjes in repen, Philippe klutst de eieren in de papieren zak, Jens proeft een wortel. Een Zwitserse horloge zijn wij, tot op de seconde afgesteld. Dat alle gerechten te laat of te lauw bij u komen? Dat is met dat zomeruur.” Beteuterd roert de Spanjaard verder in zijn voor discussie vatbaar voorgezet potje voer.

In de verte drijft Uma intussen een dromedaris richting kookeiland. “Ahaa! El léon!”, denkt Emanuelle. Bert doorzoekt de zadeltassen op zoek naar nog meer wijn. “Rap een slokske tegen den trac”, sust hij zichzelf. Hij had even daarvoor al andere wijn zitten slempen. Mocht het wijnazijn geweest zijn, hij had net hetzelfde gedaan. Antivries?  Een twijfelgeval. Puur pro forma had hij ook Sven uiteindelijk een slokje aangeboden. “Om te kalmeren.” Maar zelfs met door drank vertroebelde blik zag ook Bert dat de ‘gofio escaldado’ er op zijn best belabberd uitzag, op z’n slechtst misselijkmakend. “Dat presenteert niet!”

Het misbaksel kan alleen rechtgezet worden door nu een goeie ‘carne con papas’ af te leveren. Dat zullen de kandidaten dan wel moeten bewerkstelligen zonder ‘papas’, hoe vaak Sven ook uitroept/uitbeeldt “1, 2, 3… PATAT”.

Misschien raakten de aardappelen nooit tot bij de koks omdat de kelners dachten dat ze ‘1, 2, 3… PIANO’-gewijs doodstil in de putten moesten gaan liggen telkens wanneer Sven de ‘patatten’ probeerde uit te beelden?

Of misschien – ik zeg misschien – was het uitbeelden van Sven  toch niet zó duidelijk als hij zelf dacht? Misschien kon 1, 2, 3… PATAT even goed geïnterpreteerd worden als iemand ‘een peer op zijn appel’ geven en lagen enkele kandidaten al klaar in hun put met een fruitmand in de hand? Of met een vijg? Met een mossel misschien? Of – god verhoede – met een hengst!

“Ahaa, nóg een léon”, zou Emanuelle dan denken.  “Klopt”, zou Toon instemmen. “Dat beest heeft inderdaad vier poten en een staartje.” “Nee nee, da’s geen leeuw, da’s een hengst”, zou Philippe dan weten. Hij zit in de paardensport, ziet u. “Interessant”, zou Mieke Mievis dan ergens vanop de achtergrond zeggen. We zullen het nooit met zekerheid weten.

Weten, dat is iets wat Toon wel kan. Wat een kraaiennest is, bijvoorbeeld. Of bakboord! Emanuelle valt net niet in katzwijm bij zoveel parate kennis/piratenkennis. “Katzwijm, is dat een beest met vier poten en een staartje?”, vraagt Toon. Emanuelle weet het niet. Ze heeft als kind enkel een prinsessenperiode gehad.

Op een vulkanische vlakte staan intussen Yens, Nele en Anke. Ze staan er weinig te doen. “We gaan hier toch niet staan lanterflanten?”, jut Yens de anderen op. En snel schakelt hij de zoektocht naar de reus van Lanzarote een versnelling hoger. “Misschien is deze trapladder de reus van Lanzarote? Dat ziet er toch een heel oude ladder uit.” Ik beweer niet dat Yens een frequent druggebruiker is. Maar het zou me ook niet verbazen.

En voorts: mocht hij er al geen tiental keurig aan elkaar getimmerde voor zich hebben staan, ik zou hem een trap verkopen. Het enige wat het drietal bijleert door dit Yens-intermezzo, is dat de ladder met het tsjoepeke erbij 2 meter 24 hoog is.

Uiteindelijk zal het alweer niet uitmaken of het tjoepeke van de ladder nu al dan niet meegerekend wordt, of dat het dier op de rots door Toon en Emanuelle correct herkend wordt als een leeuw, dan wel foutief als een Spaanse dwergolifant. Want zoals zo vaak in het leven, zal de ijzeren wet gelden: als de kandidaten de zwerver op z’n ton niet vaak genoeg van de evenwichtsbalk gemept krijgen met hun moussen zwaarden, is alles toch voor niets. En jawel, exact dat gebeurt. Een zuchtje wind verslaat Sven nog voor er een degen gekruist is.

En zo bleek de eerste proef van de aflevering van grote voorspellende waarde. Ook nu maken de kandidaten er immers weer een soepje van.

Dat wat later twee kandidaten het programma dienen te verlaten, is de enige gepaste straf. “Zo kan je de groep sneller laten inkoken”, denkt mol/kok Bert. Net als bij die gore ‘gofio escaldado’. Enkel nog grof gesneden stukken ajuin vinden om deze groep kandidaten mee te garneren, en het gerechtje is compleet. Dan pas zal deze groep ook letterlijk om van te bleiten zijn.

De Mol S10E01: Moulin Rouge, die film met die scène zo van ‘wow’ en ‘vollenbak’ en ‘dansen op een podium’

Er werd veel over gespeculeerd en de vrees is bewaarheid geworden. De jubileumreeks van De Mol is er een met BV’s als kandidaten. Al moet dat nog even geheim blijven, tot het grote onthullingsmoment later, kunnen wij enkel vermoeden. Zo heeft Dieter Coppens zich voorlopig nog door middel van een (te?) klein zonnebrilletje gecamoufleerd als Yens. En ruilde Sophie Lemaire haar radiostem in voor zo’n lelijke West-Vlaamse, om als Uma langer onder de radar te kunnen blijven. Heloas, pendakoas.

In de laatste aflevering zal het gordijn omhooggekatrold worden en zal Gilles De Coster triomfantelijk verklaren: vrienden, het waren allemaal BV’s die jullie wekenlang in de maling hebben genomen. Dat internationale ster Emma Mackey (Maeve in Sex Education) Nederlands heeft geleerd om zich te kunnen uitgeven als Anke verdient overigens wel een pluim. Een pluim die Philippe (Adriaan Van den Hoof?) met plezier in zijn gat zal steken. Al was het maar als alternatieve vorm van poepchauffage. Hij zorgt dit seizoen voor de nodige musicalvibe. Al is musicalvibe uiteraard nooit nodig. Afschaffen, die handel.

‘Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it is called the present.’ Zo wil menig reiszieke jonge vrouw al eens kalligrafisch op haar Instagram kliederen. Geef mij dan toch maar de geschiedenis om doorheen te wandelen.  #wanderlust. Al zeker omdat figuren op leeftijd als Gretel en Nele zelfs in het heden mentaal niet altijd even ‘present’ lijken. De eerste kiest tijdens ‘de vloer is lava’ simultaan voor waar en niet waar, waarna ze behalve door de ondergrens ook door een kartonnen doos zakt, de andere geeft sterke Anneliesvibes af. U herinnert zich ongetwijfeld nog het vliegen doodkloppen met behulp van opgerolde pannenkoeken van enkele seizoenen geleden.

Geef mij maar geschiedenis, dus, die kan je daarenboven herschrijven. Je morrelt aan doodsoorzaken of schrijft mensen zonder aarzelen het graf in. Paul Severs is plots omgekomen bij een verkeersongeluk, leren we van Gretel. En koning Albert is dood, weet Emanuelle op het moment dat haar een foto van Jacques Chirac wordt getoond. Albert is history, today is a president.

Had ik het daarnet over Gretel en Nele, dan blijken de (oude) taarten in hun geheel deze aflevering wel vaker de leidraad. In de eerste proef bijvoorbeeld. Wanneer twee mannen met een taart door de woestijn wandelen (een dessert in the desert, gelijk we zeggen) en dat gelaagd gebak – in suikerwerk – hints blijkt te bevatten voor de te volgen route.

Naar veel geld zal die taart uiteraard niet leiden – da’s een beetje the running joke van De Mol, en nog goedkoop ook! – maar ze leidt uiteindelijk wel naar de herintrede van schrijnwerker Jens, ook bekend als Pieter-Jan, de loodgieter van vorig seizoen. Het kan meteen een oplossing zijn voor de naamsverwarring die steevast om de hoek loert met zowel een Jens als een Yens in het spel. Voor de duidelijkheid:

  • Jens, dat is de man die altijd ‘ma how zeg’ zegt. Hem kan je perfect van Zaventem over Lanzarote naar Frankfurt laten vliegen. In Temptation Island heette dat ooit koekerond zijn. In De Mol wordt dat koekoekerond. Omdat ie e koekoeksklokke met zich meezeult, weet je wel. Ma how.
  • Yens is dan weer de man met de foeftattoo. Daar kunnen heel veel vragen bij worden gesteld, iets wat de selectiedames van De Mol niet besluiten te doen.

Voor de rest laat de aflevering zich makkelijk samenvatten: er zit door de uitgekiende proeven en de exquise montage weer bijzonder weinig kak tussen en er zitten veel cactussen in, dat wel. Ook Philippe maakte die mop, ik weet het, maar ik maakte ze al eens enkele seizoenen geleden. Dus ik win. Nele valt ook nog eens willekeurig op haar gezicht, dat ook.

De programmamakers plezieren mij voorts wederom door te werken met kennisvragen, die uiteraard zeer belabberd beantwoord worden. Altijd plezant om mensen eens uit te lachen op een totaal irrelevante vaardigheid zoals ‘algemene kennis’ – waar ik mijn levenswerk van heb gemaakt. En dan doel ik zowel op ‘algemene kennis vergaren’ als op ‘mensen uitlachen waar het kan’.

Zo lijkt niemand iets te weten over de film Moulin Rouge, behalve dat erin gedanst wordt en dat er een scène in zit zo van ‘wow’ en ‘vollenbak’ en ‘dansen op een podium’. Maar dat is film, geen evident onderwerp. Verdedigbaar.

De kandidaat die dit seizoen de teloorgang van de jeugd wél met verve vertegenwoordigt, is Uma. 26 jaar, leerkracht godsdienst en van alle godsdienstige vakkennis gespeend. Het is zodanig hallucinant, dat ik een complot van kerkhaters vermoed. De kortste weg naar een seculiere maatschappij is namelijk het inzetten van godsdienstleerkrachten die geen evangelist kunnen opnoemen, laat staan vier. Om zo de Kerk van binnenuit kapot te maken, tot er geen spaander meer van overblijft. Alsof the four horsemen of the Apocalyps net zijn gepasseerd. Die cowboys op hun vreemdkleurige paarden zou Uma ongetwijfeld weten te benoemen als Petrus, Paulus en euh, nog twee mannen met baarden/paarden.

Dan nog even de olifant in de kamer benoemen. ‘Tim, op welke kandidate gaat ge dit seizoen weer verliefd worden?’ Ten eerste: ik ga mij dit seizoen inhouden, een gimmick raakt ooit uitgewerkt. En ten tweede: op Anke natuurlijk. Ja, die zou mij ‘ne keer mogen rechercheren, ja’. En om het met haar eigen woorden te zeggen: ‘Ik kies ze voor de seks.’ Maar. En er is een maar. Anke spreekt ook met een demonische intensiteit. Is het niet wanneer ze een groepsdiscussie probeert te leiden, dan is het wel wanneer ze oppert dat ze Nele loeihard aan haar kettingen onderuit hadden moeten trekken, terwijl Nele daar zo breed grijnzend stond te wachten bij het kooitje, alwaar ze iets later motorisch zeer beperkt met beide handen de sleutel en het houten tipkaartje zou weggraaien.

Nog een paar niet noodzakelijk grappige opmerkingen:

  • Jens is een gouden kerel en een aanwinst voor het programma. Iedereen die Philippe al na enkele uren ‘Flippie’ noemt tijdens de ballonnenproef, verdient het aangemoedigd te worden.
  • Bert is wellicht de mol. En dan heb ik het niet per se over het feit dat hij met zijn benen een Romeinse X vormde tijdens de kettingproef, en dat in het tiende seizoen van De Mol. Maar vooral omdat hij – los van het saboteren – doet wat een mol vaak opgedragen wordt te doen: stel anderen in een slecht daglicht, verleg de focus naar medekandidaten. Zo benadrukt hij onnodig hard dat hij de vrijstelling NIET uit de klok genomen heeft, nadat Uma heeft moeten bekennen dat zij dat deed. En ook na de eliminatie van Gretel vraagt hij nadrukkelijk en voor heel de groep aan Uma ‘Hoe voel je je daarbij?’

De enige vraag die mij nog rest, nu ik definitief lijk te weten dat Bert de mol is:

Geraakt Jens ooit nog in Frankfurt?