“Gerecht is klaar! Gerecht is klaar!!”, roept Sven, terwijl hij een gore soep op de geïmproviseerde toog banjert. Het had eigenlijk een dip moeten zijn – wel, er valt iets voor te zeggen. “Dit ís een dip, Lanzarotiaanse foodblogger. In onze kookkunsten. Een dipje ook wat geld binnenrijven betreft. Normaliter zijn wij een geoliede machine. Normaal kent iedereen zijn taak: Toon snijdt de kaneelstokjes in repen, Philippe klutst de eieren in de papieren zak, Jens proeft een wortel. Een Zwitserse horloge zijn wij, tot op de seconde afgesteld. Dat alle gerechten te laat of te lauw bij u komen? Dat is met dat zomeruur.” Beteuterd roert de Spanjaard verder in zijn voor discussie vatbaar voorgezet potje voer.
In de verte drijft Uma intussen een dromedaris richting kookeiland. “Ahaa! El léon!”, denkt Emanuelle. Bert doorzoekt de zadeltassen op zoek naar nog meer wijn. “Rap een slokske tegen den trac”, sust hij zichzelf. Hij had even daarvoor al andere wijn zitten slempen. Mocht het wijnazijn geweest zijn, hij had net hetzelfde gedaan. Antivries? Een twijfelgeval. Puur pro forma had hij ook Sven uiteindelijk een slokje aangeboden. “Om te kalmeren.” Maar zelfs met door drank vertroebelde blik zag ook Bert dat de ‘gofio escaldado’ er op zijn best belabberd uitzag, op z’n slechtst misselijkmakend. “Dat presenteert niet!”
Het misbaksel kan alleen rechtgezet worden door nu een goeie ‘carne con papas’ af te leveren. Dat zullen de kandidaten dan wel moeten bewerkstelligen zonder ‘papas’, hoe vaak Sven ook uitroept/uitbeeldt “1, 2, 3… PATAT”.
Misschien raakten de aardappelen nooit tot bij de koks omdat de kelners dachten dat ze ‘1, 2, 3… PIANO’-gewijs doodstil in de putten moesten gaan liggen telkens wanneer Sven de ‘patatten’ probeerde uit te beelden?
Of misschien – ik zeg misschien – was het uitbeelden van Sven toch niet zó duidelijk als hij zelf dacht? Misschien kon 1, 2, 3… PATAT even goed geïnterpreteerd worden als iemand ‘een peer op zijn appel’ geven en lagen enkele kandidaten al klaar in hun put met een fruitmand in de hand? Of met een vijg? Met een mossel misschien? Of – god verhoede – met een hengst!
“Ahaa, nóg een léon”, zou Emanuelle dan denken. “Klopt”, zou Toon instemmen. “Dat beest heeft inderdaad vier poten en een staartje.” “Nee nee, da’s geen leeuw, da’s een hengst”, zou Philippe dan weten. Hij zit in de paardensport, ziet u. “Interessant”, zou Mieke Mievis dan ergens vanop de achtergrond zeggen. We zullen het nooit met zekerheid weten.
Weten, dat is iets wat Toon wel kan. Wat een kraaiennest is, bijvoorbeeld. Of bakboord! Emanuelle valt net niet in katzwijm bij zoveel parate kennis/piratenkennis. “Katzwijm, is dat een beest met vier poten en een staartje?”, vraagt Toon. Emanuelle weet het niet. Ze heeft als kind enkel een prinsessenperiode gehad.
Op een vulkanische vlakte staan intussen Yens, Nele en Anke. Ze staan er weinig te doen. “We gaan hier toch niet staan lanterflanten?”, jut Yens de anderen op. En snel schakelt hij de zoektocht naar de reus van Lanzarote een versnelling hoger. “Misschien is deze trapladder de reus van Lanzarote? Dat ziet er toch een heel oude ladder uit.” Ik beweer niet dat Yens een frequent druggebruiker is. Maar het zou me ook niet verbazen.
En voorts: mocht hij er al geen tiental keurig aan elkaar getimmerde voor zich hebben staan, ik zou hem een trap verkopen. Het enige wat het drietal bijleert door dit Yens-intermezzo, is dat de ladder met het tsjoepeke erbij 2 meter 24 hoog is.
Uiteindelijk zal het alweer niet uitmaken of het tjoepeke van de ladder nu al dan niet meegerekend wordt, of dat het dier op de rots door Toon en Emanuelle correct herkend wordt als een leeuw, dan wel foutief als een Spaanse dwergolifant. Want zoals zo vaak in het leven, zal de ijzeren wet gelden: als de kandidaten de zwerver op z’n ton niet vaak genoeg van de evenwichtsbalk gemept krijgen met hun moussen zwaarden, is alles toch voor niets. En jawel, exact dat gebeurt. Een zuchtje wind verslaat Sven nog voor er een degen gekruist is.
En zo bleek de eerste proef van de aflevering van grote voorspellende waarde. Ook nu maken de kandidaten er immers weer een soepje van.
Dat wat later twee kandidaten het programma dienen te verlaten, is de enige gepaste straf. “Zo kan je de groep sneller laten inkoken”, denkt mol/kok Bert. Net als bij die gore ‘gofio escaldado’. Enkel nog grof gesneden stukken ajuin vinden om deze groep kandidaten mee te garneren, en het gerechtje is compleet. Dan pas zal deze groep ook letterlijk om van te bleiten zijn.