De Mol S08E09: Toch een blog? IK HAD NOG GEEN UNO GEZEGD

Als de geldklok voor de eerste vrijstelling tot 1 miljoen euro had kunnen oplopen, dan had Bart zijn tentje opgeslagen in de kantoren van VIER, enkele nachtjes gewacht, en alzo op eenvoudig efficiënte wijze winnares Jolien opgezadeld met een schuldenberg van om en bij de 967.000 euro als ‘prijzenpot’. “Je deed het toch niet voor het geld?”, zou hij na de onthulling van de winnares vervolgens sardonisch monkelen, zijn lippen likkend, de smaak van het bloed van enkele oude cliënten nog verdund aanwezig.

“Als je monopoly speelt, dan bouw je ook hotels als dat kan”, luidt Barts redenering – bij hem thuis in gezinsverband, terwijl hij meer op ervaring dan met zijn volle aandacht zijn jongste kind traumatiseert tijdens een partijtje UNO. “Ik ben nooit een zwak kind geweest, ik was direct volwassen”, denkt, nee, wéét hij. Net zoals hij wist dat Christian de mol was. En dat die zijn toneeltje wel mocht stoppen in zijn bijzijn. “En er zit strikt genomen niet het volledige woord ‘gezellig’ in ‘gezelschapsspel’, meneer de juge, dus probeer mij maar eens mijn voogdij over mijn kinderen af te nemen op wettelijke gronden.” Hah! Wie laatst nog lachte… is Bart wellicht vergeten te reprimeren.

Ja, hij was weer leuk, die inkijk in de huishoudens van de finalisten! Terwijl Alina op kot pasta maakt met iets wat op tomatensaus lijkt, en zoals dat studenten betaamt naar Chernobyl kijkt op een laptopscherm – de enige serie die haar doet terugdenken aan dat goeie, staatsgeleide Moedertje Rusland – weet Sacha met zijn verbazing geen blijf als Jolien meer dan 22.000 euro blijkt te hebben gewonnen. “Wa game dóarmee doejn?” , klinkt het. En hij ziet als in een droom de drie hectaren grond die je ermee koopt in Ingelmunster, waar hij zo graag terug naartoe wil. Hij ziet hoe de deal bezegeld wordt met een stevig handje-klap met de eigenaar. Een boer, dat spreekt. “En dit koebeest kriegt ge er nog hratis bij!”

Maar Alina dus. Wie had dat gedacht. Christian alleszins niet. Door welk klein gat is die gekropen om het zover te schoppen? En hoeveel geluk heeft Bart gehad dat hij ‘die zeker wist dat Christian de mol was’, zijn hachje heeft kunnen redden?

Ook Salim is vol lof. Hij heeft nu geen hoed – wat zou hij een hoed hebben? – maar mocht hij er een hebben, hij nam hem af en toonde Alina zijn weelderige haardos die dan onder die hoed zou schuilgaan. Ik kan hem daar alleen maar in bijtreden. Het is te zeggen. Ik heb nu geen hoed en geen weelderige haardos, maar mocht ik een weelderige haardos hebben, dan toonde ik hem aan Alina, door simpele afname van mijn hoed, die ik niet heb, dat geef ik toe, maar mocht ik die hebben, dan zeker wel. Chapeau. Kijk, toch een hoed. Een Franse.

Alle kandidaten hebben intussen gezellig plaatsgenomen voor hun respectievelijke webcams. Els, niet van plan zich een tweede keer te laten misleiden, wil nu alle gesprekken met stethoscopische precisie volgen en heeft haar oortjes dan ook op stethoscopische wijze ingebracht. We zien hoe Gilles – de kandidaat – voor een unieke prestatie zorgt door 0 op 20 te scoren. Ik ben oprecht onder de indruk. Ook daarvoor is kunde vereist. Zelfs als je weet wie de mol is, is het niet evident om op alle vragen zo tegendraads te antwoorden dat je 0 op 20 scoort. Hypothetisch hoedje af, Gilles.

Ook Jolien zorgt voor een unieke prestatie. 30 op 30 in de finale, tegenover de 27 van Bart, waarmee de complottheorieën als zou Bart Jolien hebben laten winnen omdat zij het geld beter kan gebruiken, meteen weer de voorraadkast in mogen, naast de bussen melk, pakken pasta en potten appelconfituur. Al beweren sommigen dat het appelcompote zou zijn. Het zijn slechts compotetheorieën.

Maar de ster is Jolien noch Gilles. De ster is Alina.

Echt Goed gedaan, Alina. Met de ‘E’ van ENERGIE en de ‘G’ van GRAAG WIL IK MEEDOEN!

Het laatste beeld van alweer een seizoen De Mol glijdt voorbij op mijn laptopscherm. En zo ik mijn laptop in slaapstand breng, zie ik mijn weerspiegeling in 15 inch allesverzwelgend zwart.

Ik zit op een klein appartement. Het zou een kot kunnen zijn.

Ik breng een hap voedsel naar mijn mond. Pasta. De saus is iets wat voor tomatensaus zou moeten doorgaan.

Zoveel verschillen wij niet, Alina.

Ik neem mijn smartphone. Open Instagram. Kuis op wat er opgekuist moet. Er zou maar eens iemand doorheen moeten scrollen die mij beter wil leren kennen.

De Mol S08E07: De trein, da’s altijd een beetje ruziën

Voor aflevering 7 is De Mol aanbeland in Sparta. Dan weet je dat het hard tegen onzacht wordt. ‘Al op hun zevende werden jonge Spartanen gerekruteerd voor het leger en startte voor hen de Spartaanse opvoeding’, leest de vertelstem. Nu, ik wil die opvoeding niet onderschatten, maar al vóór mijn zevende zat ik boontjes te kuisen aan de keukentafel. En ik had geen koning Leonidas die af en toe eens rondkwam met een praline. Ik had mijn mama, en als beloning mocht ik het stof gaan afdoen op mijn kamer.

Sparta dus. ‘Jongeren werden voortdurend aangemoedigd om elkaar te bevechten’, probeert de stem mij nogmaals te overbluffen. Ik counter fluks: mijn broer en ik, judo in de voortuin, tot ik na een waza-ari met mijn hoofd op het betonnen borduurke viel en dringend nood had aan een coca. Die volstond niet om nog gelijk te maken.

Stelen was geen schande, zolang je er maar mee weg kon komen’, dendert mevrouw de verteller verder. Stelen? Ik, een blik van een knappe deerne die op straat passeerde terwijl ik (alwéér) de boontjes aan het kuisen was. Die groeiden als kool, die boontjes, in de jaren negentig en tweeduizend.

‘De laatste maanden van hun training brachten de jonge Spartanen in de wildernis door, met slechts een dolk, een linnen doek, en op blote voeten.’ Oké, ja, dat heb ik misschien niet helemaal gedaan.

Dat gezegd zijnde, terwijl in het oude Griekenland alle staten pas in alle staten waren na een formele bedreiging door Sparta (behalve de Laconiërs), zijn onze deelnemers dat al als er een paar schoenen ontbreken in hun valies. Christian, gealarmeerd door de vrouwen, valt achterover tegen de muur als ook bij hem schoenen blijken te zijn verdwenen. Heeft de Spartaanse schoenensteler weer toegeslagen? Of zou het toch gewoon iemand van de entourage van VIER kunnen zijn, gezien jullie een spelprogramma aan het opnemen zijn dat draait om bedriegen en oplichten, Christian? Antwoord maar niet.

Als inleiding op de eerste set proeven, begint Gilles een verhaal over de Spartatlon. Jolien, die niet van gisteren is maar van een paar minuten geleden, denkt dat ze 245 kilometer zal moeten lopen in 3 uur tijd, wat zelfs voor mij, laat ons eerlijk zijn, geen eitje zou zijn. Dan moet je toch al snel naar die 80 kilometer per uur en iedereen weet dat dan het rubber van je sportschoenen begint te smeulen. Een bosbrand is wel het laatste wat Griekenland nu nodig heeft. Zeker gezien over enkele ogenblikken slechts Christian en Alina al rechtstreeks de Griekse economie zullen bestelen.

De reactie wanneer Bart en Jolien zien dat het maar 17 kilometer is die ze moeten afleggen, is dan weer dom aan de heel andere kant van het spectrum van dommigheid: ‘Walk in the park’, denkt een Bart op slippers, die wellicht niet goed weet wat 6 kilometer per uur is, want zo laag gaat het wijzertje van zijn chique voiture niet. Wat het nog moeilijker maakt, is dat Bart door het kajakken een wondje in zijn dinge heeft en ja, dat was te veel informatie. Anderzijds moeten het dan wel weer gesofisticeerde geluidsdempende slippers zijn die Bart draagt, want pas als hij ze uitdoet om een deel van het parcours blootsvoets af te leggen, hoor je bij elke stap de ‘aaah’s’ en ‘auw’s’.

Verder op de tocht moeten ze als bijkomende moeilijkheid met tonnetjes zeulen. En zo komt het dat ze algauw, bergop bergaf, rondzeulen met drie tonnetjes. Twee met water en ééntje dat Bart al járen meezeult, een gevolg van zijn bourgondisch schransen.

Het blijken zware tonnen – zo’n ton weegt natuurlijk al snel één ton – maar toch denken zowel Jolien als Bart dat er een beetje van drinken veel zal helpen. Ze komen met het plan om het vat af te drinken voordat bij hen het vat af is. Ze stoppen langs de kant van de weg en glokken toch gemakkelijk vijftig milliliter uit het vat, dat nu draagt als tien kilo pluimpjes. Het eeuwenoude vraagstuk schiet me te binnen. Wat is het zwaarst om dragen: een kilo pluimen of een leven lang een kilo lood in je hoofd zoals Bart en Jolien?

Het wordt nipt om op tijd in centrum Sparta te geraken, dus begint Bart – na een willekeurige paniekaanval van Jolien op een dalend recht stuk asfaltweg – maar over hoe hij zin heeft in pasta. ‘Met welke saus?’ wil Jolien graag weten. ‘Tomatenroomsaus met spekjes.’ ‘Mmmm’, zegt Jolien. ‘En paprika en champignonnetjes’, vult Bart aan. ‘Mmmmm’, gromt Jolien, hoewel in dalende lijn, niet ver meer van een hoogtepunt. Bart: ‘Misschien wat scampikes ertussen.’ Jolien: *komt klaar*.

Wel, I won’t have what she’s having. Ik heb onderhand geen zin meer in pasta. Een man alleen op een appartement, tijdens een lockdown: dat is elke twee dagen al pasta, meneer. Ik zit in de fase dat ik uitkijk naar de dag met de microgolfmaaltijd.

Intussen proberen Christian en Alina een winkel te beroven. Een winkel in het noodlijdende Griekenland nota bene, waar de inflatie maar niet onder controle raakt. Voor pakweg een ei en een sponsje betaal je er algauw 90 euro – en dan te zeggen dat je die zo gemakkelijk kan wegmoffelen in je bermuda.

Dat begint allemaal nog braaf, wellicht door de angst om betrapt te worden – een ei in de broek, weet je wel –  maar een halfuur later propt Christian al zonder enige gêne een pizza margherita tegen zijn kruis en steekt Alina een stokbrood tussen haar tetten. En ik wil eigenlijk al niet meer weten waar die wortel uiteindelijk is beland. ‘Steekt gij die erwten nog in uw poep’, probeert Christian zijn fetisjen op te dringen bij Alina, onderwijl in zijn beste Spaans ‘gracias’ en ‘perfecto’ roepend naar de Griekse winkelbedienden. Het roept pijnlijke herinneringen op aan Marleen Merckx die in Beste Vrienden ‘excusi, excusi’ roepend door Italiaanse straten holt.

 Uiteindelijk loopt de coup in het slot toch nog deels mis. Christian wordt gesnapt, al snapt hij er niets van. En beweert hij plots ook geen Engels te spreken.

Ook al moeten ze ergens toch beseffen dat ze in een spel zitten, toch kijkt Alina oprecht geërgerd naar de winkeldetective. Alsof ze echt betrapt zijn op diefstal en alsof dit kleine beetje stelen niet gewoon rechtvaardigheid is: die winkels stelen al genoeg van ons door hun hoge prijzen elke dag, ’t is toch waar zeker!

Gilles ziet het monkelend aan, laat hen de winkel weer binnengaan om te betalen voor wat ze gestolen hadden. En stelt voor om er dan eentje te gaan drinken.

Dat doen Christian en Alina door aan te schuiven aan een tafeltje op een Grieks plein met naast hen twee zeker niet verdachte pilaartjes met twee nog minder verdachte beschermende legerhelmen op.

Iets later komen Bart en Jolien aangehold. Bart schreeuwt: ‘PAK DIE HELMEN, ZET DIE OP! GAAT  OP UW STOEL ZITTEN!’ ‘Zou dat nu tegen ons zijn?’, denken Christian en Alina, terwijl ze een slokje bier drinken. Doordat Bart maar blijft schreeuwen, beginnen ze dan maar wat vragen te stellen. ‘Wat is de exacte reden voor deze stennis?’ Ze hebben immers geen aangetekend schrijven ontvangen en ze zitten juist zo goed op hun twee stoelen verdacht in het midden van de stad naast hun twee pilaartjes met legerhelmen op. Ga daarmee naar de oorlog.

Die oorlog is intussen al op weg naar hen in de vorm van boogschutters met veertig pijlen. Bart chargeert zo snel hij kan richting Christian en Alina. Hij wil zijn plan uitvoeren met Christian: ‘Gewoon op zijn poep zetten en twee schilden errond.’

Uiteindelijk is het Pallas Alina die geld opbrengt voor de pot. Helmboswuivende Christian wordt wél geraakt. ‘Had hij misschien een voetje laten bengelen?’, oppert Jolien, de koe-ogige, later bij de verdachtmakingen. ‘Wat is dit?’, roept Christian na afloop uit, terwijl hij op zijn poepje zit te bekomen van de raid. Het lijkt wel een spel, of zo. Daar moet hij dringend eens iets van opschrijven in dat vreemde dagboekje dat hij in het begin van de vakantie gekregen had van reisleider Gilles.

De kandidaten rijden door naar Kalavrita – de stad waar de gefrituurde calamares zijn uitgevonden, dat kan bijna niet anders. Bij het ochtendgloren mogen ze daar driekoningengewijs bepalen wie gehaat zal worden voor zijn of haar lookadem voor de rest van de dag. Jolien ‘wint’ en mag voorts ook de vragen stellen in de babbelbox. Eén voor één ontbiedt ze haar medekandidaten en stelt hen pertinente vragen. Christian baalt nog altijd een beetje omdat Alina de dag voordien de erwten niet in haar poep wou steken, maar zo nu eens zijn hoofd in een doos mogen steken, is ook niet slecht.

De laatste etappe van aflevering 7 gaat via het spoor. De trein, da’s altijd een beetje ruziën, in dezen geïllustreerd door Jolien, Bart, Christian en Alina, die tegen de sterren op liegen om toch maar beladen onder voordelen op de eindbestemming te arriveren, maar zoals wel vaker liegen ze zich vooral richting nul euro.

Gilles wacht al ongedurig om hen te kunnen meedelen wat ze nu net gewonnen hebben door dit enkeltje rothumeur, deze dagtrip naar de kust ze.

Gilles: ‘De vraag is wat die treinrit oplevert.’

Antwoord: milde ruzie.

En Christian die het spel moet verlaten.

De Mol S08E06: ‘De harpoen van Patras’ vs. ‘De kapoen van de brugklas’

Het goeie aan de lockdown is dat veel mensen de weg hebben gevonden naar De Mol. Het slechte aan de lockdown is dat veel mensen de weg hebben gevonden naar de Mollenfora. Kunstig opgezette theorieën van de anciens worden er sinds deze jaargang genadeloos bedolven onder futiele bespiegelingen van nieuwe ‘speurneuzen’. Veel valt er uit die nieuwe theorieën niet op te maken. Behalve dan dat onnozelheid op internet zelden anderhalve meter afstand houdt.

De ogen van Aline op eind als ze Dorien in rood wordt gezegd en café mol gedaan is zie ik enkel Aline bewegen rest niet

Neen, ik heb geen beroerte gekregen. Wel deel ik graag dit wonderlijk inzicht van een lid van een mollengroep ergens op Facebook. Laat mij ze uit respect anonimiseren en ‘onze dame’ noemen. Of ‘Notre dame’, zo u wil.

In dit bovenstaand kwatrijn voorspelt ‘Notre dame’ niet enkel wie de mol is, retroactief voorspelt ze ook, door loutere weglating der leestekens, de aanslagen op de Twin Towers en de volgorde van alle pausen uit verleden en toekomst. Ga gerust zelf eens kijken, want – nu Pasen noodgedwongen kleinschaliger moet gevierd – valt in die mollengroepen wél nog veel lekkers te rapen. Een steeds aanzwellende groep noemt er Christian bijvoorbeeld steevast Christiaan. Uit een soort misplaatst medelijden om hem toch iets langer te maken?

Voor uw aller gemak heb ik het heersende sentiment in die groepen alvast samengevat in enkele duidelijke puntjes:

  • Veel mensen zouden het jammer vinden mocht Bart de mol blijken te zijn, omdat het zo duidelijk is dat hij de mol is.
  • Veel mensen zouden het jammer vinden mocht Christiaan de mol blijken te zijn, omdat het zo duidelijk is dat hij de mol is.
  • Veel mensen zouden het jammer vinden mocht Jolien de mol blijken te zijn, omdat het zo duidelijk is dat zij de mol is. (Zij is de mol, trouwens)
  • Veel mensen zouden het jammer vinden mocht Alina de mol blijken te zijn, omdat het zo duidelijk is dat zij de mol is.

Nu, de case voor Jolien is natuurlijk veruit de sterkste. Jol rijmt immers op mol en in 2014 is zij eens in ’s Gravenbrakel geweest.

Maar laat mij nu maar de aflevering bespreken. Misschien stoten we wel nog op verborgen tips onderweg. Volg mij, speurneusjes!

Om deze aflevering af te trappen, slenteren de kandidaten even door een museumpje met olympische prullaria. Iedereen weet natuurlijk wat er gaat gebeuren, maar de kandidaten zijn zo vriendelijk om Gilles (die zich wellicht op zijn hotelkamer zit te verkneukelen) enkele ogenblikken zijn pretoogjes te gunnen. En zo ze voorbij ‘de olympische ringen’ struinen (hint: het zijn eigenlijk olympische toortsen) houdt Gilles het nog amper uit van anticipatie. Een gilletje ontsnapt, op zijn bed in zijn kamer klapt hij opgewonden in zijn handen. Bart besluit uiteindelijk het spel mee te spelen. Hij wandelt ongeïnteresseerd naar de tafel die iedereen al bij binnenkomst had opgemerkt. ‘Maar hier sie daar sie, hier ligt toch geen tablet, zeker?!’ Verveeld neemt hij de tablet ter hand, Gilles’ ogen blinken intussen uit hun kassen. ‘Ik had weer een tablet verstopt’, houdt hij het niet langer.

De vermaledijde tablet zegt dat hen een vijfkamp te wachten staat. Daarin nemen letterlijk oude Grieken het op tegen:

Jolien, die bij het aanhoren van haar opdracht ‘1m82 ver springen’, opwerpt dat dat ‘potverdikkeme niet gemakkelijk zal zijn’. Ter info: ik spring elke dag zo’n 5.000 keer verder dan 1m82. Dat heet een looppas.

Alina, die voor de taakverdeling nog even vraagt of ze bij het worstelen de tegenstander in tweeën mag stampen.

Bart, die in plaats van de groep met woorden te overtuigen om hem op de afsluitende 100m te zetten, per se Alina wil vernederen in een rechtstreeks sprintduel.

Dorien, die al lang blij is dat ze bij haar proef, het worstelen, veel op de grond kan gaan liggen.

Christian, die wederom niet geholpen wordt door zijn fysieke présence en steevast eindigt met een opdracht die moeilijk te winnen valt, in dit geval speerwerpen.

Lang verhaal kort: Bladimiros Ntekailo (‘de harpoen van Patras’) vernedert Christian (‘de kapoen van de brugklas’) en enkel Jolien haalt met haar hupje van 2m85 vijf meter voorsprong binnen voor Bart. Een vreugdesprongetje volgt. 7m20.

Dat wil zeggen dat Bart voor een moeilijke opgave staat in de afsluitende 100m. Zeker omdat de tegenstander een 28-jarige topfitte Salim is. En omdat, als je te hard begint na te denken over eenvoudige dingen, die dingen plots verbazend moeilijk worden. Zoals 100 meter lopen zonder zeer hard op je tote te vallen, bijvoorbeeld. Geen van beide sprinters slaagt daarin. ‘Het ging wel een beetje bergop’, komt Bart achteraf met een bedenkelijke uitleg.

Vervolgens mogen de kandidaten gaan boozen in de ouzerie, onderwijl ‘Ik heb nog nooit’ spelend. Het concept is u welbekend. Mij toch zeker. Het gaat meestal als volgt: ik bedenk gênante, eenvoudige dingen die ik (op mijn leeftijd, seg!) nog nooit gedaan heb, de medespelers moeten vervolgens allemaal drinken, ik lach in mijn vuistje omdat ik het drankspel hier geweldig aan het winnen ben, terwijl langzaam het besef insijpelt dat het grootste verlies eigenlijk mijn gezichtsverlies is. En dat dan op elk feestje herhaald, ad infinitum.

Een beetje op dezelfde manier vergaat het Alina. Zij heeft wel al volop beesten vermoord, daar niet van, maar helaas heeft ze ook al in de cel gezeten (‘haha, allez dan, een ouzo’ke! Ik ben 16 jaar illegaal geweest!’), maar gelukkig heeft ze nog niet op de sossen gestemd (‘ah nee, want ik heb helemaal geen stemrecht. Hahaha. Haha. Ha. ☹’)

Uiteindelijk verbindt de proef gelukkig meer dan dat ze wrange gevoelens nalaat. Sirtakiënd bereikt iedereen de auto. Ook al werd de balk op het einde ‘dubbel zo dun’, aldus een duidelijk dronken Christian. Christian, de man die meer heeft moeten prijsgeven op nationale televisie dan hij ooit had hopen te moeten doen. En dan sneerde Gilles tussendoor nog eens dat ‘hij nog altijd niets waard is’.

In de auto bekijkt Bart intussen of hij, als dit allemaal voorbij is, misschien pro bono toch geen stemrecht kan regelen voor Alina. En minder celtijd.

De afsluitende grote proef voltrekt zich in vijf bedrijven. Eén kamer per keer. De eerste begint met een naakte man. Christian twijfelt of hij die nu moet gaan kussen of niet, maar slaagt er toch in om niet als laatste al het fruit te tekenen. Bart vergeet de druiven en blijft achter in de kamer met de naakte man.

De tweede opdracht is simpel. Een goed, oud rondje ‘ballonnen doorprikken met de cactushelm’. Een paastraditie in veel Vlaamse huishoudens, maar toch lijkt het even zoeken voor de kandidaten. Dorien hupt het slechtst willekeurig in het rond en valt af.

In kamer drie ziet Christian, die net als de andere overgebleven kandidaten verkleed is als portie mixed, zijn kans schoon om een statement te maken. Hij is toch wel een echte, onversneden hetero, zeker!! Die kus met een andere man was niet meer dan een drempeltje op de lange kronkelweg die het leven heet. Dus begint hij in zijn eerste beurt in de buurt van de flamoes van Jolien te sabbelen en gaat hij bij zijn tweede beurt resoluut richting haar borsten. Zo dat is weer even duidelijk gesteld. Voor de zekerheid biedt hij daarna nog zijn kruis aan aan Alina. Spelgewijs mag het evenwel niet baten: een eenzame olijf nekt Christian. Hij valt af.

In kamer 4 moeten Jolien en Alina een sleutel bevrijden uit een ijsblok. Nu het om de knikkers gaat, heeft Jolien opvallend snel door wat de beste tactiek is. Zij lijkt meteen te zien dat het blok binnenin niet bevroren is. Het is dus een kwestie van snel door het omhulsel van ijs te slaan met de hamer. En dat weet ze. Heel snel. Verdacht. (Speurneusjes, jullie zijn er nog?)

En díe welverdiende sleutel, waar zo hard voor gezwoegd is, kááámers lang, past gelukkig wonderwel op het slotje van het deurtje met daarachter Gilles.

Hij houdt een bordje vast.

Er staan vijf woorden op.

In tegenstelling tot de posts van ‘Notre dame’ in de mollenfora prijken hier wél leestekens op. Meer dan voldoende zelfs. Jolien buigt zich wat voorover om de tekst te lezen.

‘WEER NIETS VERDIEND, BENDE OENEN!!!!!’

De Mol S08E05: Laat de Som’ in je hart

Geen film op tv, verbod op ’t café. En ik huiver van de kou. (Mijn chauffage drie maanden laten draaien tijdens de lockdown? Groeit het op mijn rug, misschien?) De radio dramt door, maar al wat ik hoor, klinkt even grijs en grauw. Gelukkig is er nog De Mol. Waar de bezoekers de kandidaten een tikje, een tikje, een tikje, een tikje op de zenuwen werken.

Soms vraag ik mij af hoe mensen een relatie aan de gang houden. Er eentje beginnen is niet moeilijk: ge gaat naar een boite, kiest u een pouléke uit en scheurt op het juiste moment uw T-shirt open. Maar de fase daarna? Daar blijkt ruimte voor fouten te zijn. Het bezoek van de kandidaten levert in dat opzicht mooie inzichten op. Bij Sacha en Jolien, bijvoorbeeld. Sacha, nooit een mooiprater geweest (noch prater, noch mooi), weet de vraag of het zwaar is, zo zonder Jolien te moeten leven, als volgt te beantwoorden: ‘Na een dag of drie, vier was het wel van: je mist toch precies iets.’ Wat mij op de schaal van Sacha onmiddellijk bombardeert tot hopeloze romanticus.

Vooraleer de kandidaten hun bezoek in de armen mogen sluiten (of Sacha de brokken mag beginnen te lijmen), wacht een paparazzi-opdracht. Een Griekse ober brengt nog wel zo gerieflijk een krant aan de ontbijttafel, waar Christian die vervolgens openslaat en zijn oog laat vallen op een Nederlandstalige advertentie. Vreemd. Er zou een bekende Vlaming arriveren in Glyfada en die moeten de kandidaten op beeld zien te vangen.  Makkie, denkt onder meer Christian, en als verkenner activeert hij meteen Plant A. Daarna schakelt hij over op Plant B en tenslotte ook op Plant C.

Een plan voer je in stapjes uit, hoe klein die soms ook lijken. De kandidaten struikelen helaas al bijna over het eerste. De BV die ze daar zo zien flaneren in zijn slangenleren schoenen, is dat immers een man of een vrouw? Geen van beiden, blijkt. Het is een fenomeen. Willy Sommers zelve! De Som’, gelijk dat ze zeggen. Die de vreemde opdracht heeft gekregen van de molredactie om telkens een kwartiertje op drie verschillende plaatsen rond te hangen. Terwijl Willy normaliter natuurlijk drie uur op dezelfde plaats wil zijn, bij zijn fanbase, om ze te trakteren op het beste wat het Nederlandstalige lied te bieden heeft.

Niet zo vandaag. Afgeschermd door twee bodyguards en evenveel paraplu’s slentert Willy nu noodgedwongen wat doelloos rond. En rond. En rond. Als een leeuw in een kooi. De paparazzi langzaamaan aan wanhoop ten prooi, zeker als mol Dorien op de cruciale momenten doet alsof haar fototoestel dienst weigert en Bart mooi een naaldboomtak kadreert in plaats van Willy’s beminnelijke gezicht.

Lang verhaal kort: als je alle foto’s van de kandidaten samenlegt, kan je net één volledige Willy Sommers bijeen puzzelen, wat de groep nog 1.000 euro oplevert, uit sympathie. Extra geld door een bezoeker van een van de kandidaten te fotograferen, wordt er ook niet verdiend.

Even nog gloort er nochtans hoop aan de horizon. Hebben ze misschien Bernard, de grotere broer van Christian, op de gevoelige plaat vastgelegd? Nee, lacht Christian, als hij het probeersel monstert. Meer zelfs: ‘Nog nooit gezien in mijn leven, die mens!’ Het tegendeel zou verbazen. Dat Christian die willekeurig gefotografeerde Griek wél al had gezien in zijn leven. Dat hij zou uitroepen: ‘Ah, maar ja!! Dat is die willekeurige Griek die ik op facebook heb!!’ Nu, dán heb je televisie.

Daarna mogen de kandidaten hun bezoek in de armen sluiten, waarna ze veelal op subtiele wijze uitgescholden worden door hun partner (‘Salim kan echt wel liegen en rond de pot draaien’) of, zoals eerder aangehaald, de boodschap krijgen dat het leven zonder hen best wel meevalt – behalve dat de was niet meer gedaan wordt, natuurlijk. (Maar Sacha heeft nog onderbroeken voor 6 dagen en degene die hij nu aan heeft, kan nog wel twee dagen mee, denkt hij.) Om het helemaal af te maken, geeft Willy nog een privéconcertje. Fier als een De Gieter omdat hij zo mooi zijn rol heeft gespeeld.

Het is tijd voor het meest zenuwslopende deel van elke reeks van De Mol: de proeven die samen met het bezoek moeten worden afgelegd. Als je denkt dat leren autorijden met je moeder of vader al frustrerend is, probeer het dan eens met volledig witgekalkte ruiten. En terwijl Alina – één tikje per keer – gekker wordt, verbaas ik mij over het feit dat zo weinig mensen durven te werken met de begrippen links en rechts. Zou het dan toch? Zouden er echt mensen zijn die naar het rijexamen afzakken met in het groot een ‘L’ op hun linkerhand geschreven en een ‘R’ op hun rechter? (En nog groter een ‘L’ op hun voorhoofd?)

Terwijl ik nadenk of ik in zo’n wereld nog wel wil leven, heeft Alina al op srechtse wijze een poortje omvergereden, gelukkig zet ze dat later nog frecht link door een ander poortje wél vlot te nemen.

Wanneer ze het geld effectief proberen te cashen, wordt er flink gemold. Door Salim – niet de mol, dus – die bewust sneller dan opgedragen voorbij het take-offpunt vlamt én door Jolien. Geen cent wordt er verdiend. Jolien heeft er een neutraal gevoel bij.

Ik kijk naar het balkje onderaan mijn scherm. Nog twintig minuten. Da’s veel. Te veel voor een gewone eliminatie. En inderdaad: we krijgen nog vuurwerk. De ‘proef’ in detail neerschrijven, zou ze oneer aandoen. Bekijk ze. Bekijk waarom ik soms medelijden heb met Nederland. Niet alleen moeten zij verderfelijke bedrijven als Rumag op hun grondgebied dulden, ze moeten het ook stellen met een flauw afkooksel van De Mol. Belgium’s Originals. Alleen de Belgische versie zorgt echt voor vuurwerk. Alleen in de Belgische versie zie je kandidaten tactisch groen lachen bij een rood scherm. En dan oprecht groen lachen als ze er door een wrede speling van het lot toch nog uitliggen. Zoals arme Salim.

En dat allemaal in die setting. Het strand , de zee, de vollemaan. De hemel waar de sterren staan. Oh, het lijkt zo gewoon. Maar het is toch een wonder. En ben je soms niet goedgezind, denk dan aan de glimlach van een kind, Salim. Ja, dat maakt je weer blij. Ja, dat maakt je weer vrolijk. Het leven gaat zo snel voorbij. Dat geldt voor jou, maar ook voor mij, Salim.

*TSSJ TSSJ*

LAAT DE ZON IN JE HART

De Mol S08E04: Is dat hier een wedstrijd of wat?

Dag 10. De vrouwen worden kwaad. Het heeft nog lang geduurd. Terwijl ze op een brochure bij de bakker hadden gelezen dat het hier een gratis Joker-reis van drie weken zou betreffen, blijkt nu toch dat er een of ander spelelement in De Mol verborgen zit. Was dát misschien de reden waarom ze elke paar dagen die vreemde vragenlijst moesten invullen?! Dat, en de aanwezigheid van die man die hen altijd vrienden noemt – maar eigenlijk kennen ze die Jules helemaal niet zo goed. Was Bart, de advocaat die de groep nog voor aanvang van de reis al 10.200 euro had gekost, dan misschien tóch niet helemaal te vertrouwen?!

Op dag 8 belandt de groep in Athene, de wieg van de democratie en dus ook van de beschaving. Beschaving die Jolien, Laure en Alina twee dagen later al graag weer uit Bart zouden knuppelen, maar daarover later meer. Eerst volgt nog een dag waar iedereen elkaars vriend is en waar ook bij mij, kijker, de hoop nog gloort dat we misschien met een rationele groep mensen op pad zijn.

Dorien en Salim worden zonder noemenswaardige ruzie tot volksvertegenwoordigers gekozen. Bart stelt zich als enige niet verkiesbaar. Hij denkt wellicht: ‘Mij gaan ze niet meer liggen hebben. Op mij zullen ze deze reis niet meer kwaad kunnen worden, hoor!’ Gilles vraagt het viertal dat zich dadelijk een weg doorheen de stad zal moeten golfen of iemand weet wat zijn of haar handicap is. Christian is dan al vertrokken, dus die grap mag de vuilbak in. Doel is om tijdig op het Syntagmaplein te geraken, voor de vreemde snuiters daar vervangen zijn door een nieuwe lichting vreemde snuiters.

De golfopdracht lijkt een zware dobber te worden. Dorien ziet het immers al van ver mislopen, Jolien heeft wel wat anders aan haar hoofd (een golfclub) en Salim en Bart voelen zich aan armen en voeten gebonden. Maar alles komt goed. De focus moet naar Christian, Laure en Alina in de metro. Christian is opvallend trots dat hij een nummer van Kelly Clarkson herkent, Laure is niet in het minst beschaamd dat ze George Michael Nana Mouskouri noemt. Zoals elke aflevering valt Christian ook weer eens, ditmaal op de metrotrappen. Het doet Bijbels aan. Valt hij ten derden male, er zal geen haan meer naar kraaien. Met de deelproeven achter de rug is het lopen geblazen naar het Syntagmaplein, waar de variabele klok (het begint James Bondproporties aan te nemen) er weer voor zorgt dat ze binnen de tijd aankomen. De voorlaatste pompom is nog maar net met onnodig veel vertoon op de Griekse straatstenen geploft, of, kijk eens aan, daar komen onze helden aangegaloppeerd. Twee paarden en een pony.

Geld verdiend dus, en voor volksvertegenwoordigers Dorien en Salim wordt de avond en nacht nog mooier. Zij krijgen een suite ter beschikking. Zoals het een goede Belg in een ver land betaamt, gaan zij meteen op ontdekkingstocht. Op het terras treffen ze een jacuzzi aan. ‘Wauw!’, denken ze. Niet dat ze er zullen gaan inzitten. Voor Belgen is de wetenschap over een jacuzzi te beschikken even veel waard als het gebruik van die jacuzzi. Dit zullen ze later aan hun kinderen gaan vertellen: ‘Mama/papa heeft ooit op een kamer geslapen waar er mogelijkheid was tot het gebruik van een broebelbad.’

Op dag 9 moeten twee Bourgondiërs aangeduid worden. De volksvertegenwoordigers bedenken een rechtvaardige manier om deze twee kandidaten te kiezen. De rangschikking gebeurt uiteindelijk op de enige manier die je in deze tijden nog aan je kiezers uitgelegd krijgt: naar afnemende hoeveelheid buikspek. Bart en Dorien zijn de uitverkorenen.

Bart heeft het begrepen. Hij wil niets aan het toeval overlaten en bestelt onmiddellijk de gehele menukaart. Het mag hier dan niet Vlaanderen Vakantieland zijn. Maar toch. ‘En als we de foute ingrediënten niet herkennen, dan hebben we toch maar mooi goed gebikkeld en gebeukeld!’, denkt hij, terwijl hij het trillen van een aan de onderkant van de tafel vastgeplakte gsm verwart met het grommen van zijn maag en nog snel een glaasje rode wijn bestelt. ‘Wil ik anders nog een glaaske bestellen? Da’s ook weer 150 euro. En ’t zijn van die kleine glaaskes!’ Dorien en Bart proeven onder meer (terecht) onraad bij het verorberen van de lahmajoun. Lahmajoun, dat is een Grieks gerecht, en dus géén uitspraak van Jolien, maar ik begrijp de verwarring.

Uiteindelijk beseffen de tafelaars/taffelaars dan toch dat er ergens een gsm aan het overgaan is. ‘Stop met eten, Bart! Meteen mes en vork neerleggen’, klinkt het aan de andere kant van de lijn. Het doet Bart pruilen. ‘Maar die taart is zo lekker…’

Het zal nipt worden (hoeft dat nog te verbazen), maar uiteindelijk wordt het vele geld binnengehaald met dank aan het aftrekken van de overschotjes van het calorietotaal. Overschotjes die Bart ongetwijfeld bij valavond nog via het steegje waarop de keuken uitgeeft zal gaan halen. ‘Maar ons Dorien, die kan eten, jong!’

‘Morgen zal hen wel door elkaar schudden’, weet de mol in een geanonimiseerde boodschap. Gelijk heeft hij. Op dag 10 komen er immers pasvragen in het spel. En daar kunnen kandidaten nooit mee om. Ongelooflijk. En bijna een reden om deze week helemaal geen verslagje te schrijven – zo opgenaaid ben ik elke keer tactiek zich mengt.

Elk jaar is het van dattum. Minstens de helft van de kandidaten schrijft zich blijkbaar in zonder te beseffen dat het om een spelprogramma gaat. Wanneer we ooit onze huizen zullen mogen verlaten, wanneer ik wandel door de straten die ik eens kende, maar dan onherkenbaar overwoekerd door klimop, wanneer mijn petekindje een flinke tiener zal geworden zijn: organiseer dan gerust een barbecue voor je medekandidaten. Wat zeg ik? Organiseer er twee! Steek een saucijsje in Barts mond. Prop een kotelet in die van Dorien. Maar alstublieft: speel nú, hier in Griekenland, het spel. Of nee, ik nuanceer nog: wees op zijn minst niet kwaad op mensen die het spel wél spelen.

Kort gezegd komt het erop neer dat de volksvertegenwoordigers moeten te weten komen wie van de vijf andere kandidaten niet uit een vliegtuig is gesprongen. Dat kan de groep 4.000 euro opleveren of (waarschijnlijker) 10 pasvragen voor Salim en Dorien. De vijf anderen besluiten een front te vormen. Ze maken afspraken voor het verhoor door Salim en Dorien dat zal volgen. Ze kiezen voor twee derde van de tactiek die ik toepas in mijn relaties: ‘Ge liegt over alles, iedereen is als laatste gesprongen, en geen emoties.’

Daarna begint het kruisverhoor dat langzaam barstjes zal maken in het pantser van de vijf. Tussendoor krijgen we schitterende flashbacks naar hoe het skydiven echt verlopen is, dit terzijde, maar ik vind het wel magistraal gedaan.

Werkelijk aan alles hebben de vijf gedacht. Van waterdichte regels tot zelfs het in de war leggen van Barts haar, zodat het zou lijken dat hij gesprongen heeft. Alleen niet aan het feit dat kandidaten rationeel zouden kunnen handelen. Christian en Bart  – niet toevallig consultant en advocaat – zien de opportuniteit. Als ze Salim en Dorien helpen, dan leveren ze ofwel de groepspot 4.000 euro op, ofwel slepen ze pasvragen uit de brand (terwijl minder andere mensen dan op gelijke voet zouden staan qua aantal pasvragen). Helpen ze niet, dan wordt er sowieso 0 euro verdiend en hebben bij de eliminatie enkel Salim en Dorien minder pasvragen dan hen.

De ruzie die volgt, doet mij verlangen naar een leven alleen op een berg, ver weg van (bepaalde) irrationelen. Ik hoop nog slechts één ding in dit leven. Dat Jolien de mol is. Dan is haar woede-uitbarsting tenminste te verklaren als manier om tweedracht te zaaien in de groep. ‘Hoe vaak ga je dit ons nog lappen, Bart. Je hebt de groep weer geld gekost!!’, klinkt het. Quod non. Of hoe het verschil tussen 0 euro en 0 euro gelijk is aan 0 euro én drie heel kwade vrouwen.

Het is mijn grote vrees. Het juiste doen en toch verweten worden.

In zo’n wereld wil ik niet leven.

Ik denk dat ik volgende week maar eens in mijn huis blijf.

De Mol S08E03: Als twee druppels kaas

La mamma dei cretini è sempre incinta. Neen, dat is geen Grieks, maar mocht je het aan deze groep voorleggen: niemand die het zou opmerken. Het betekent zoiets als dat er elke minuut wel een idioot geboren wordt. En toevallig hebben ze er weer acht bijeengezet voor deze editie van De Mol. Welkom in het labyrint van de mythosaurus, waar de kandidaten de draad al langer kwijt zijn.

Mag ik verrast zijn dat een groep van hoger-dan-gemiddeld opgeleiden nog nooit gehoord lijkt te hebben van Cerberus? Of van de Minotaurus – door Dorien gemoedelijk Mythosaurus genoemd? Kijk, dat zijn nu exact de eerste personen die de Minotaurus zou opeten. Want naast Atheense maagden, verslond die ook al eens graag wat boeken – terwijl de kandidaten het heel hun leven bij de achterkant van de cornflakesdoos lijken te hebben gehouden.

Maar ik ga te snel. Voor de kandidaten eigenhandig de Griekse mythologie mogen herschrijven, wachten nog dagen met andere proeven. Terug naar het begin!

Nadat Dorien haar puisten heeft weggewerkt met zwarte verf (redenering: als iedereen naar de zwarte vlekken kijkt, kijkt niemand nog naar de puisten), zijn we klaar voor aflevering 3. In twee groepjes moet er geraft worden. Alina legt graag uit aan Els hoe je een peddel gebruikt – bij Els raakt de stroom van trage gedachten immers al eens verstrikt in die van de wildwaterrivier. ‘In het water steken en het water weg’, mentort Alina Els – nogal op dezelfde manier als de West-Vlaamse boer in Man Bijt Hond destijds zijn Poolse werkkrachten probeerde uit te leggen wat te doen mochten ze ooit op een oorlogsbom stoten tijdens het ploegen met hun tractor.

Nu iedereen weet hoe een peddel werkt, begint de race op leven en dood. Want hoewel de teams vriendelijk lachen naar elkaar, zouden ze liefst nog elkaars raft lek prikken. En als er dan eentje van de tegenpartij verdrinkt, moet dat dan zo erg heten te zijn?

Bij de eerste tussenopdracht verzamelt Christian keitjes. Dat doet hij niet om ze als een spoor achter zich neer te leggen tijdens een wandeling in het bos, maar wel om ze aan te leveren als munitie voor Barts katapult, die op zijn beurt dan weer strak gericht staat op het doel dat de andere ploeg zo hard mogelijk moet belemmeren. Maar voor de rest: smile and wave, boys, smile and wave. Jolien denkt van ‘verdorie, we haan die daar nekeer haan gebben, zie’, terwijl een epische achtervolging zich ontspint tussen de twee bootjes – eens Els haar peddel met de juiste kant in het water heeft gestoken, that is.

Toch raften de twee teams wonder boven wonder quasi gezamenlijk over de finishlijn. ‘Hoed hedaan, mannen’, applaudisseert Jolien, terwijl ze een minuut eerder nog maar Christian met haar blote handen drie minuten onder water zou hebben geduwd tot er geen luchtbelletjes meer naar het oppervlak zouden borrelen en je enkel nog de peis en vree zou horen, besloten in het gekwinkeleer van die typische Griekse vogels (de hellaasgier? De tzatziekendief?). En natuurlijk ook het immense geraas van de wildwaterrivier.

Het winnende team mag naar de videobeelden kijken van de reacties van de kandidaten op het nieuws dat ze geselecteerd zijn voor De Mol. Daaruit leren we dat Bart een slechte acteur is of een vreemde mens.

Op dag 6 schiep God de mens. Onze kandidaten scheppen op dag 6 modder weg met een schop in de archeologieproef. Daarbij graven zij onder meer een schop op, wat ik meer dan lichtjes ironisch vind. Wat zij zo opgraven – al dan niet met schokkerig gebruik van een kraantje – moeten zij in het juiste tijdvak plaatsen. Aangezien Jolien geschiedenis heeft gestudeerd, wordt ze nu door de andere kandidaten verplicht om te weten wanneer elk voorwerp dat ooit gecreëerd is op deze wereld gemaakt is, en dan liefst ook of het hier een dinsdag dan wel een donderdag betrof.

Ze klasseren verrassend goed, het moet gezegd, enkel de zandloper plaatsen ze in het verkeerde tijdvak. Een vergeeflijke fout, want ik, bijvoorbeeld, dacht dat de zandloper begin jaren 90 uitgevonden was door Microsoft, als symbooltje om aan te geven dat de computer aan het nadenken is.

Vier anderen (Salim, Dorien, Els en Christian) moeten hun handen niet vuil maken aan modder. Zij mogen hoofden beeldhouwen. Een gerenommeerd kunstenaar legt zorgvuldig uit hoe je best een hoofd sculpteert, niet noodzakelijk maar wel mógelijk met fetakaas. Ideaal, want zo hebben Salim, Dorien, Els en Christian tenminste een uitleg om volledig te kunnen negeren. Met meer enthousiasme dan kunde (niet zo moeilijk in dit geval) begint Christian een mannetje te boetseren – niet de opdracht, maar soit. ‘Je [grote] neus zouden we kunnen uitspelen, Salim’, valt Christian voorts met de deur in huis. ‘Tuurlijk, tuurlijk’, antwoordt Salim, die voor het eerst zo openlijk en casual te horen krijgt dat hij mogelijk een grote neus heeft. Hij zal logischerwijs de rest van deze reis niet meer slapen, wel zal hij vanaf nu fulltime zijn leven contempleren – trust me.

‘Voilà, Laure, ge bent klaar’, declareert Dorien fier naast een fetagedrocht dat Laure moet voorstellen. Iets verderop poseert Bart al even fier met zijn kaasequivalent. Of ja, laat die ‘equivalent’ er maar af. Hij poseert naast kaas, daarmee is alles gezegd. ‘Als twee druppels water’, klinkt het. Twee druppels water die gescheiden werden bij geboorte en op verschillende werelddelen opgroeiden. En één van de twee druppels water is een blok fetakaas, dat ook. Maar kijk, hoe gaat dat in het leven? De vijf bustes worden warempel correct benoemd. Wat baten kaas en bril als de kandidaten die de namen moeten raden heel goed zienen willen? Veel, zo blijkt.

Ook op dag 7 worden de kandidaten weer wakker, wellicht na zware kaasdromen. Dag 7 al, dat doet iets met Alina. ‘Amai, het gaat rap en traag tegelijk, vind ik.’ Christian ontwaakt naast Alina en doet het enige wat je als man kan doen als een bevallige vrouw iets zegt dat rationeel hoegenaamd geen steek houdt. Hij stemt volmondig in. ‘Ja, het gaat rap en traag tegelijk.’

Over de Minotaurus-proef kan ik – verrassend misschien – kort zijn. Niet in het minst omdat het intussen kwart voor vier ’s nachts is geworden en ik niet goed weet waarom ik dit doe. Ergens tussen de generatie van Els en die van Dorien heeft het onderwijs de noodlottige shift ingezet van ‘kennis’ naar ‘vaardigheden’. Die keuze heeft wellicht zijn voor- en zijn nadelen, maar in deze proef komen helaas alle nadelen samen. Want Els kan nóg niet opzoeken in een encyclopedie en Dorien weet niks méér. Terwijl Els naarstig naar de ‘harpij’ zoekt bij de letter ‘p’, adviseert Dorien dat ze anders maar eens de Mythosaurus moet proberen op te zoeken. Let wel, zowel de Minotaurus als de Mythosaurus heeft nooit bestaan, maar de Mythosaurus minder.

Maar ach, wat maakt het uit. Ook in het bos zelf zijn de kandidaten al lang de draad kwijt. Redelijk goeie tactische zetten worden gedwarsboomd omdat Christian denkt dat de acteur die de Minotaurus speelt hem écht gaat opeten (nog nooit zoveel angst per kubieke centimeter gezien) en die tactische zetten worden vervolgens zo hard bediscussieerd dat ieders hartslag richting 140 gaat. Niet dat het zoveel uitmaakt, want quasi alle kandidaten hebben een hartslag die in rust boven de 100 lijkt te liggen. Sorry, maar dan is ‘sport’ slechts een verre vriend. Iets uit een onbekende mythologie, bijna. En daar kan zenmeester Bart, die de kleinste prikkel van zich laat afglijden alleen niet aan verhelpen – de proef levert amper iets op.

We moeten uiteindelijk afscheid nemen van Els. Het verhoogt mijn hartslag naar 48 slagen per minuut. Koekezachte klopt mijn sporthart.

De Mol S08E02: “Doe ze *hips* nog eens vol! Met *hips* tzatziki”

Het heeft handen als kolenschoppen, graaft zich onder, weg van de wereld, en heeft een zacht vachtje. Wie of wat is het? Inderdaad, het ben ik, die in tijden van corona noodgedwongen onderduik, met mijn rode dekentje om me heen geslagen om de chauffagekosten te drukken. De overheid onderschat hoeveel deze crisis mij gaat kosten nu ik van thuis moet werken. Ik heb hoge plafonds. Gelukkig is er nog De Mol om mij aan te verwarmen.

Terwijl in de echte wereld de doos van Pandora al enkele maanden wagenwijd openstaat, verschijnt ze nu ook in De Mol ten tonele. Salim is geneigd om die doos – die de naam van de mol bevat – “niet open te doen”, zegt hij. “Om eerlijk toe te geven.” Salim beseft niet dat iets positiefs ‘toegeven’ niet ‘toegeven’ heet. Dat heet gewoon ‘zeggen’.  Wat Els plant te doen met de doos, interesseert niet echt iemand. Els heeft niet de naam hip en cool en interessant te zijn. Ik vermijd het woord saai. Laat het mij, vriendelijker, zo stellen: ik zou ze nog niet tegen mijn muur wil plakken als behang. Wel positief voor haar: ze drinkt deze aflevering voor het eerst in haar leven een Red Bull en slaapt ook voor het eerst met mensen in een tent. Waarvoor een welgemeende proficiat. De lat om een waaghals genoemd te worden is weer wat lager gelegd – zelfs ik duikel nu die categorie binnen, zij het met elleboog- en kniebeschermers om.  

In schril contrast met Els staat de reeds afgevallen Gilles. Dat is een hete sjakosj – of toch volgens Dorien. Zij kan het weten wat heetheid betreft, zij baat immers een sauna uit. Voor de inschatting van Eddy Wally wat betreft het sjakosjengedeelte, komen we helaas enkele jaren te laat. RIP Eddy. (Maar laat ons eerlijk zijn: mocht je nog geleefd hebben, was deze coronacrisis er wellicht toch te veel aan geweest.)

Voor de eerste opdracht wachten de wrede Vradeto-trappen. In vier stops en twee uur moeten de kandidaten 1.100 trappen overwinnen. Dorien maakt er 16 stops van, hoewel niemand daarom gevraagd had. Nochtans “heeft ze goeie schoenen aan”, denkt Els te moeten meedelen. Ik bedoel: denkt ze ‘eerlijk te moeten toegeven’. Het lukt allemaal behoorlijk. Christian dicht astronaut Neil Armstrong wel enkele hits toe en Alina en Bruno kiezen twee vrouwen uit om het op te nemen tegen een armworstelaar, onder wie het twijgje Jolien. (“Dat ziet er mij een forse uit, Jolien”, dixit Bruno. Bruno is ook blind, had ik dat al gezegd?) Kijk, ik ben helemaal voor gendergelijkheid – tot het geld gaat kosten aan de groepspot. En ik heb heel veel gendergelijke vrienden, dus ik mag dat zeggen.

Bij de derde stop moet iemand een watermeloen op zijn of haar hoofd plaatsen – liefst bibberend en zenuwachtig lachend, zoals Bart zal demonstreren – en er een pijl laten inschieten. Allemaal grappig, en zo (het blijkt uiteindelijk een elastiek, en dus geen echte pijl), maar Bart zit wel voor de rest van de dag met die kak in zijn broek. En bij het inpakken aan de voet van de heuvel hadden ze er dan nog voor geopteerd geen verse onderbroeken mee te zeulen. Elke gram telde! Dat ze uiteindelijk onnodig een tent van een tiental kilo te veel mee torsen, is niet meer dan een ‘accident de parcours’. De zure geur van Barts ‘accidentje de parcours’ moeten ze er dan maar bijnemen.

Voor de vierde deelopdracht moeten Salim, Laure en Els roze ballen ontwijken die van de trappen naar beneden rollen. Ze doen dat in de eerste, zeer voorzichtige, schemering. De opdracht mislukt, het zal dus op seconden aankomen om nog tijdig boven te geraken – ze hebben nog tien minuutjes. In het volgende beeld is het al zo donker als het hol van Pluto (de hond van Mickey Mouse), hebben de kandidaten lampen uitgedeeld en lijken ze klaar voor een survivaltocht van nog eens 7 uur. Wanneer ze bovenkomen blijken ze… 2 minuutjes te laat. Hoe werkt dat weer daar, in Griekenland? Is dat met een heel grote koord waarmee ge de zon uitknipt als een leeslampje? Ik had het veel geloofwaardiger gevonden mocht Gilles gezegd hebben: “Vrienden, jullie hadden 2 uur en 5 minuten. Jullie zijn binnengekomen na… 16 uur en 4 minuten. Toch proficiat.”

Voor de tweede proef van de aflevering moeten de kandidaten in één uur tijd een trouwfeest organiseren, wat mij ook in het gewone leven een goed idee lijkt. Het zou alleszins een jaar gejengel van de bruid reduceren tot één uur gejengel van de bruid. Gewoon, hup, daadkrachtig: glazen stapelen in zeshoeken, een verkeerde taart laten aanrukken en pompoms op de tippen van uw schoenen plakken.

Wat wél lukt, is een truffel vinden. (“Een hete truffel, zoals Gilles?”, hijgt ergens Dorien in de verte.) En dan te zeggen dat ze voor die truffelzoektocht bijna een hond hadden uitgekozen die duidelijk te veel, haha, aan de tzatziki had gezeten, lacht Bart. Bart, laat mij gerust weten hoe ge zat geraakt van een Griekse kruidenyoghurt. Het kan nog van pas komen als we hier in België echt in lockdown moeten en de alcohol gerantsoeneerd wordt.

Bon, lang verhaal kort: Els zegt congatjoelations aan het trouwkoppel terwijl ze hen champagne inschenkt uit een net niet gebroken glas, terwijl Salim in het wilde weg whoppaaa! begint te roepen om te verdoezelen dat hij niet kan volksdansen. Vreemd genoeg wordt van de drie dansende kandidaten net Bruno er niet uitgepikt door het trouwkoppel. Bruno, de minst op een Griek lijkende. Bruno de meest op een hark lijkende. Bruno de minst van de mol wetende. Dag Bruno!

De Mol S08E01: Ze gaan nog moeten opleggen!

U had wellicht gehoopt dat ik – nu De Mol voor een nieuwe jaargang in Griekenland is neergestreken – de moed niet meer zou hebben gevonden om de pen ter hand te nemen. U had gehoopt om bijgevolg ook van mijn vaak bij de haren getrokken woordspelingen verlost te zijn. Hellas.

Dat het op romantisch vlak nooit iets geworden is met Issabel uit seizoen 4 heeft deze boom inderdaad een serieuze knak gegeven, dat zal ik niet ontkennen. (Ik schrijf boom, ik bedoel heester. Ik schrijf heester, ik bedoel miezerig struikje op een lap braakland.) Toch zijn er nog genoeg redenen om er ook dit seizoen weer tegenaan te gaan. De lezersaantallen, zegt u? Nee, die gaan nog steeds achteruit, waardoor ze straks mogelijk negatief worden – net als de groepspot, maar daarover later meer. Het is ook niet het aanmoedigend geroep op straat dat me doet doorzetten, noch de speekselfluimen die steevast volgen.

Als reden om door te zetten denk ik eerder aan de figuur van Christian. Een man met achondroplasie. ‘Nen dwerg’, gelijk da we zeggen. Maar niet ik, want ik hou rekening met de gevoeligheden van mensen. Niet zelden word ik El Empatico genoemd. Niet vaak ook.

Meneer de achondroplast wordt al vaak genoeg over het hoofd gezien in deze maatschappij en verdient bijgevolg die flauwe mopjes niet. Christian lijkt me oprecht een kerel uit één stuk. Gelukkig maar, want mocht hij uit meerdere stukken bestaan, zouden die zo klein zijn dat ze ingeslikt kunnen worden door kinderen van 0 tot 3 jaar. Christian is daarnaast ook down-to-earth,  Christian houdt de voetjes (schattig!) op de grond en geniet duidelijk van de kleine dingen in het leven – mogelijk omdat hij niet bij de grote dingen kan. (Herinner u zijn quote: ‘Zeg, ziet dat ne keer, dat zonneke en al’, terwijl hij aan een parachute boven de zee bungelt en onder hem drie kandidaten net niet verdrinken op hun Aquaspeed.)

Helaas denken de medekandidaten daar zelf anders over, over dat respectvol omgaan met Christian met grote C (en al de rest klein).  Een halfuurtje. Zo ver waren we in de eerste aflevering of er werd al geopperd om met Christian te gooien. Het lef! Toch had ik het graag zien gebeuren, puur vanuit die ingebakken nieuwsgierigheid.

Voor de eerste proef werden de kandidaten opgesteld langs een eeuwenoud monnikenpad – voornamelijk omdat gloedníeuwe monnikenpaden zo moeilijk te vinden zijn, zeker op Meteora, het Griekse eiland gewijd aan de patroonheilige van de metalbands.

Op dat monnikenpad moesten logische proeven uitgevoerd worden en – als je mensen kent – weet je dat het dan moeilijk wordt. Salim moest er kaartjes met afbeeldingen linken aan de verschillende kandidaten. (Salim spreek je trouwens uit als Selim. Logisch, een beetje zoals de bekende Vlaamse bard Selim Saghers – al heet die eigenlijk gewoon Jos Aerts. Wat zeg ik: Jas Oerts.)

Salim doet dus zijn uiterste best om het kaartje met de afbeelding van een mellow cake te linken aan een kandidaat en stelt dan maar voor om het bij sauna-uitbaatster Dorien te plaatsen. ‘Want in sauna’s verkopen ze dat toch vaak, mellow cakes?’ Salim, jongen, als ik gesmolten chocolade zie op een bankje in de sauna, op de plaats waar net nog een bloot gat heeft gezeten, zal ik toch niet de eerste zijn om te gaan proeven of het hier wel degelijk chocolade betreft. En dan te weten dat Salim zélf shopmanager is in een bioscoop. ‘Hmm, waar zouden ze dat in ’s hemelsnaam kunnen verkopen, versnaperingen?’

Bon, de mellow cake blijkt uiteindelijk gewoon bij Jolien te horen, die die koek der koeken maar blijft binnenproppen tot ze op dat heerlijke punt komt van algehele misselijkheid, braakneigingen en maagspoelingen.

Na de proef, die zowaar slaagt, blijkt er toch een addertje onder het gras te zitten. Alle kandidaten mochten weken voor aanvang van het programma immers al geld bieden op een eerste vrijstelling. Er valt voor elk bod iets te zeggen, zowel voor de 0 euro van Gilles en Christian als voor de (extreem) hoge boden van 7.500 euro (Bruno) en 10.200 euro (Bart). Er valt minder te zeggen voor het feit dat Jolien nachtenlang heeft wakkergelegen over de ochottekes 400 euro die ze geboden had. Dan ben je misschien toch niet klaar voor de echte wereld met al zijn financiële valkuilen. Ik bedoel maar, je moet maar één schoolkindje schampen met je auto of je hebt al voor 400 euro schade aan je voorbumper.

Door het bod van Bart wordt de groepspot zelfs na het winnen van die eerste proef op -5.200 euro gebracht. Een listige truc van VIER om geld te recupereren, en ultiem wellicht ook een beter plan dan de eveneens geopperde betalende excursies naar ex-kandidaten. (Al zou ik mij wel durven inschrijven voor de excursie naar Issabel, dit uiteraard geheel terzijde. Ik bied 10.300 euro. Dit nog steeds terzijde.)

Bijkomend gevolg van Barts hoge bod van 10.200 euro: Bart is vanaf nu het slaafje van de groep. Logisch maar, hij heeft immers het spel op een wiskundig verstandige en te verdedigen manier gespeeld en zoals we allemaal weten wordt dat door een groep doorsnee mensen steevast zwaar afgestraft. Dus moet Bart als een ellendeling in de weer in zijn kanootje. Eenzaam schreeuwt hij naar Dorien en Christian hoog in hun parachutestoeltje, daarbij bordjes omhoogstekend met veelal de juiste antwoorden op quizvragen.

Want ja, er zat weer een quizje in en  – ook ja – mensen hebben daarbij weer zichzelf en hun algemene kennisniveau overschat. In dezen voornamelijk Christian, die zichzelf aanbood omdat hij wel over een goeie algemene kennis beschikt, ja. Het blijkt een inschattingsfout. Of in zijn geval: een kleine inschattingsfout.

Na het feestelijk negeren van Bart door vooral Dorien met de verrekijker (een mol is blind, weet je), mag Bart ook nog eens totdat de allerlaatste seconden zijn weggetikt in zijn kanootje op en af naar de opblaasboei waar gestrande kandidaten wachten om naar het eiland gekanood te worden. ‘Hebben we Els echt nodig?’, probeert hij nog. Helaas. Weer vertrekt Bart heftig peddelend richting opblaasboei om 400 euro te gaan ophalen in de vorm van wellicht de saaiste kandidate van de reeks.

(Let wel: ik wens bij deze expliciet te vermelden dat ik mij deze jaargang aan geen énkele vrouwelijke deelneemster zal storen – dit teneinde een boete van zes maanden brutoloon te vermijden. Helaas kan ik geen enkele van de kandidates in dienst nemen, gezien ik niet in het bezit ben van een advocatenkantoor – ik hoop dat de rechter hier rekening mee houdt in het bepalen van mijn strafmaat.)

Net op tijd wordt de klok geluid. Net op tijd schrijf ik, want het blijkt zéér nipt om aan voldoende lengte te geraken om de klepel te kunnen luiden.

-‘Ja, door Christian zeker, hahahaha, omdat hij klein is!!’

Nee, onbeschofteriken. Niet door Christian. Het moet gedaan zijn met dat lachen met dwergen altijd! Of met minderheden, tout court. Kleine groepen, zoals ze zeggen. Nee, de fout ligt uiteraard bij de illegaal. Zij lijkt lang enkele centimeters tekort te komen om bij het touw dat aan de klepel hangt te kunnen. Straf overigens dat Alina halfweg de aflevering tussen neus en lippen meedeelt dat ze van haar 20 lentes er 16 illegaal in ons land heeft moeten doorbrengen. No biggie. En chapeau, Alina. Glad to have you here.

Maar goed, ook deze proef lukt. En na een eerste aflevering waarin alle proeven voor 100% gelukt zijn, is het dan ook niet meer dan logisch dat de kandidaten slechts het kleine bedrag van 1.200 euro aan de productieploeg moeten betalen.

Eind goed, al goed, dus. Behalve voor kandidaat Gilles. (Die ligt eruit, he.)