Alles heeft een einde, alleen een worst en De Mol hebben er twee: de laatste aflevering van het eigenlijke spel en de compilatieaflevering. En voor Lennart zijn dat er zelfs een stuk of vier, wat eindes betreft. Vier keer heeft die arme stakker de laatste aflevering moeten herbekijken om dan te gepasten tijde tevoorschijn te springen en respectievelijk door Noah & Jens, Katrien & Samina, Philip & Jasmien en Kevin & Dami uitgescholden te worden voor een stuk stront (door Kevin) of een rauwe duivel (door Philip, die nog in de ongepasten tijde leeft aan zijn taalgebruik te horen, in casu de late middeleeuwen). “Zeg op, vriendschap, heb jij deze groep de hele tijd in de malinghe genomen?” Een tijd ook – zo zal later in de aflevering blijken – waarin je iemand die je lengte tot op 10 centimeter nauwkeurig kan schatten, al snel van hekserij beticht.
Maar de gratuite beledigingen lijken Lennart niet te deren, en ach, het wordt allemaal met een lach gezegd, dus eens Philip niet meer verstijfd is van knuffeldrang en Noah niet in zijn broek gepist blijkt te hebben, kan de aflevering in gemoedelijke sfeer hervatten.
Het zou te ver leiden om tot in detail uit te spitten hoe blij net iedereen is om elkaar terug te zien, maar Samina heeft alvast de seconden afgeteld om Katrien terug te zien. En Katrien zegt dan maar “Echt? [euh] Ik ook!” Nee, deze groep is zo ongelooflijk hecht. Zo hecht als Philip die Sven aanspreekt als ‘de man van Aalst’.
Het brengt me naadloos naar Sven, die behoorlijk verrast deze aflevering. Zo laat de ruwe bolster zijn tranen de vrije loop, tot ontsteltenis van zijn dochter, en – onverwachter – zo blijken Aalstenaars zich tegenwoordig ook al aan golfen te wagen. De elite neemt notie van dit feit en heeft de zoektocht naar een nieuwe elitaire sport alvast ingezet. Hoogachtend.
Die andere finalist, Annelotte, trekt ondertussen filmisch een hele stoet/rij Brabantse trekpaarden een vierkantshoeve uit, voorbij een vijvertje en ondertussen nogal zwartgallig het leven beschouwend: “Ik heb soms schrik. Ik heb geen kinderwens, ben single en ik wil niet trouwen.” Zware kost voor de zondagavond. Eerder dan in De Mol verwacht je zoiets in een rauwe film onder regie van, ik zeg maar iets, Roskam.
Graag zou ik deze gelegenheid ook willen aangrijpen om een gedichtje te berde te brengen voor Annelotte. Ik voel me immers verbonden met Annelotte en dat niet alleen omdat ik – als vrijgezel afkomstig uit het Pajottenland – taaltechnisch ook omschreven zou kunnen worden als een Brabants trekpaard. Dus bij deze, recht uit het hart:
zij: lang vervlogen zomers
en gratie in haar stap
en lange haren
als wij één dag
dieren konden zijn
dan wou ik dat we paarden
waren
Over verliefdheid (?) gesproken: de vriend van Jasmien mag serieus gaan opletten, want heel de aflevering lang kijkt Jasmien met grote vochtige ogen (als het dat maar is) naar Lennart. In haar zorgvuldig uitgekozen glitterjurk droomt ze al van een leven even glinsterend als de glinstering wanneer Lennart zijn vele tanden blootlacht. Nog altijd kan ze er niet van over dat ze Hem heeft mogen leren kennen, de Kempische God. Dat ze met hem het spel heeft mógen spelen. Haar ridder die in eender welk maïsveld de trashtalk van pseudo-mol Martijn dubbel zo hard in diens gezicht kan doen weerkeren – een kolfje naar de hand van haar superheld. Meneer Maïs. Haar Lennart, die wel iets anders in haar broek zou mogen steken dan puzzelstukjes. Die naast 10.000 euro uit de pot ook haar hart gestolen heeft. Sven heeft dan wel een hattrick gemaakt in het Olympisch Stadion in Berlijn, Lennart heeft oneindig veel punten gescoord bij Jasmien.
Maar goed, misschien zie ik weer spoken. (Sven steekt alvast zijn oordopjes in.) Maar één ding is zeker: ik zie er nooit zoveel als Samina. Samina ziet een gangetje tussen twee reiskoffers en denkt: een gangetje, is dat eigenlijk geen easy door? En Isidoor, die wordt toch getraind door Annelotte? Annelotte moet de Mol wel zijn.
De mensen zijn zot geworden, zeg ik u. Er is een reden waarom ik de mollengroep snooze op facebook:
Te veel
onnozele
theorieën
de
ene
vergezochter
of
lachwekkender
gevonden
en
nonsensicaler
dan
elke voorgaande
Alsof een weldenkend mens zich zou bezighouden met het verstoppen van codes in woorden of teksten. Ik zou niet durven. T o t d e v o l g e n d e! Tijd nu voor wat welverdiende rust. Een weekje Moezelstreek, misschien. Of, beter nog: een halve week.