Waarom ben je nog altijd geen wereldkampioen quizzen, domkop?

De móeilijkste vraag die je mij kan stellen, moet wel deze zijn: ‘Waarom doe je dit? In godsnaam. Dwaas. Waarom 254.000 vragen per jaar herhalen, waarom minimaal 30 uur per week quizzen en studeren, 40 uur in de drie maanden voor een groot toernooi? Waarom gun je jezelf geen 8 uur slaap, omdat 7 uur ook lukt en je dan een uur meer kan studeren? Waarom kijk je op tegen koken, omdat dat een half uur kostbare tijd kost? Waarom stop je met sporten in de cruciale maanden, omdat je al sportend niet kan studeren? Waarom  ga je al drie jaar niet meer op vakantie? Ik herinner me nog de late zomer van 2019. De laatste keer (als ontspanning) in het buitenland. Het was tof. Denk ik. Ik heb het niet periodiek in vraag-antwoordvorm herhaald, dus ben ik het vergeten.

‘Heb jij geen leven dan misschien?’

Hoho, zoiets moet je tegen mij niet zeggen. Dan stamp ik eens kwaad met mijn voet op de grond. En als ik dan toch tot een antwoord gedwongen word, doe ik iets wat ik nooit hoopte te moeten doen. Wat niemand ooit hoopt te moeten doen. Ik verwijs naar een songtekst van Bart Peeters:

 ‘Ik wil groot zijn in iets kleins.’

Het is de drang, meneer, om wereldkampioen te zijn in eender wat – aangezien het op de 100m of de marathon niet meer zal lukken.

***

De píjnlijkste vraag die je mij kan stellen, moet wel deze zijn: ‘Waarom ben je dan nog altijd geen wereldkampioen, domkop?’

Het antwoord is tweeledig. Enerzijds: fuck you. Anderzijds: omdat er nog andere gekken zijn, met meer ervaring. Omdat het misschien gewoon ook nooit zal lukken. De vaakst misbegrepen motivational quote vat het perfect samen:

Hard work beats talent when talent doesn’t work hard.

De gemiddelde influencer heeft zonet een portie moed geput. Gelinkt aan het juiste aan te prijzen fitnessproduct kan die quote zelfs een prachtige instagrampost opleveren. Even die derrière in de yogabroek hijsen, een haltertje erbij, et voilà. Of toch gewoon posten op een achtergrond van madeliefjes?

De aandachtige lezer heeft echter al lang de donkere schaduw opgemerkt die over ons madeliefjesveld hangt als ik over mijn studieboeken:

Wanneer iemand mét talent wél hard werkt, kan een simpel boerke dat hard werkt nóóit winnen.

En dat is de schrik. Plafonneer ik dra? Blijkt de subtop mijn top? Eet ik in de hemel straks slechts rijstpap met gietijzeren lepeltjes? Heb ik niet de juiste voornaam om het tot wereldkampioen quizzen te schoppen? Is een sterke naam als Ronny of Didier een noodzakelijke voorwaarde of enkel sterk aangeraden?

Slechts één manier om dat te ontdekken. Blijven beuken. Like boats against the current.

Afgelopen zaterdag werd weer een stapje in de goede richting gezet. Van plaats 88 vorig jaar, naar plaats 43 nu. Dat is oké. Het houdt de droom levend. Het etiket kan nog waargemaakt worden – het etiket met de voorspellende tekst dat ik in 2017 op een mapje met quizlijstjes plakte: ‘Hoe ik in 2024 glorieus het WK quizzen won’.

We geraken er wel. Lepeltjesgewijs.