Terrasje met twee

Ik zie haar eens graag;
je mag die eens schrappen.

Ik gooi waarheid tussen mijn grappen,
kijk hoe ze reageert,
probeer op te meten
hoe ze mijn droombeelden verteert.

Ik, de man die observeert.

Ze praat oppervlakkiger,
hak-op-takkeriger,
meer basaal.

Het is des te dieper dat
ik mijn woorden haal,
maar ik besef: ik hengel
zonder hengel, zwengel
zonder zwengel aan,
krijg de stroom niet meer op gang.
(Is hier wel ooit een stroom gegaan?)

Elektriciteit? Ja, maar nog slechts
een stroompje (dan toch – maar nooit een vonk
gezien)

Toekomstplannen? Ja, maar nog slechts
een droompje (maar wil nog graag, als zij nog wil
misschien?)